3.0
Bediening van de pomp
Starten van de pomp
Wanneer u de pomp start, wordt automatisch een overzicht van de
geprogrammeerde waarden gegeven. Dan begint de vloeistoftoediening
zoals geprogrammeerd, en verschijnt "LOOPT" op het hoofdscherm. Als
de pomp niet start, verschijnt een bericht op het display. Zie de tabel
"Berichten en alarmsignalen" in hoofdstuk 5.
WAARSCHUWING: Inspecteer het vloeistofpad, alvorens de infusie
te beginnen, op knikken, een afgesloten klem of andere opwaartse
occlusies, en verwijder eventuele lucht om luchtembolie te voorkomen.
Onopgemerkte occlusies kunnen resulteren in geen of een te weinige
toediening van medicatie en afhankelijk van het toegediende middel
de dood of ernstig letsel tot gevolg kan hebben voor de patiënt. Lucht-
embolie kan de dood of ernstig letsel van de patiënt tot gevolg hebben.
De pomp starten
⁄
1. Houd
ingedrukt.
Er verschijnen 3 stel streepjes op het display; die één voor één ver-
dwijnen met telkens één pieptoon.
2. Laat
⁄
los wanneer het laatste stel streepjes verdwijnt en de
pomp een pieptoon laat horen. Alle programmeringsschermen
verschijnen één voor één zodat u ze kunt bekijken.
Stoppen van de pomp
Wanneer u de pomp stopt, houdt de toediening op. Wanneer de pomp
stilstaat, verschijnt STOP op het hoofdscherm en hoort u om de 5 minu-
ten 3 pieptonen.
De pomp stoppen
1. Houd
⁄
ingedrukt.
Er verschijnen één voor één 3 stel streepjes op het display van de
pomp, waarbij telkens een pieptoon klinkt.
Hoofdstuk 3: Bediening van de pomp