Het primen van de lijn (door middel van de pomp)
en het aansluiten op de patient
De pomp moet stilstaan en op LL0 of LL1 staan om de pomp te kunnen
primen. Als de pomp op LL2 staat, kunt u de pomp niet primen.
OPMERKING: Als u de cassette niet vervangt maar het vloeistofpad
wenst te primen, kunt u de pomp primen zoals hieronder beschreven.
WAARSCHUWING: Nooit de lijnen van het vloeistofpad primen als
ze aangesloten zijn op de patiënt, aangezien dit kan leiden tot toedie-
ning van te veel geneesmiddel of luchtembolie, hetgeen de dood of
ernstig letsel van de patiënt tot gevolg kan hebben.
1. Controleer of de lijn is losgekoppeld van de patiënt en of de lijn-
klem open is.
‹
2. Druk op
en "Lijnen primen" verschijnt op het display.
3. Wanneer "Lijnen primen" en 3 stel streepjes zijn verschenen en u
3 pieptonen hoort, laat u
4. Houd
‹
nogmaals ingedrukt om het vloeistofpad te vullen en
om luchtbellen te verwijderen. Op het scherm staat "Bezig met
primen..." en u hoort een korte pieptoon telkens wanneer de pomp
een toedieningscyclus uitvoert.
OPMERKING:
• Het luchtdetectoralarm wordt automatisch uitgeschakeld tijdens de
ontluchting.
• Tijdens het primen toegediende vloeistof wordt van het Reservoir-
volume afgetrokken, maar niet opgeteld in het scherm Toegediend
aangezien deze vloeistof niet aan de patiënt wordt toegediend.
5. Als de lijn nog niet volledig geprimed is, drukt u nogmaals op
en houd. Als de lijn geprimed is, drukt u op
‹
hoofdscherm te gaan.
Hoofdstuk 2: Instellen en programmeren van de pomp
en houd de knop ingedrukt. U hoort één pieptoon,
los.
‹
om naar het
„