Kanaal C1, C2, C3 licht
De verlichting wordt door aanwezigheid en lichtsterkte gere-
geld. Via de DALI-interface wordt bij te weinig daglicht en
aanwezigheid, het kunstmatig licht ingeschakeld en wordt het
lichtsterkteniveau constant gehouden.
De verlichting wordt bij voldoende daglicht of bij aanwezig-
heid via de DALI-interface uitgeschakeld.
Op een DALI-kabel kunnen max. 3 lichtgroepen (kanaal C1
- C3 licht) worden geconfigureerd. De adressering en gro-
epering van de DALI-bedrijfsapparaten is zeer eenvoudig en
intuiïtief vormgegeven. Een gedetailleerde beschrijving vindt u
in hoofdstuk „9. Inbedrijfstelling".
Constante lichtregeling
De constante lichtregeling compenseert daglichtverschillen
door regeling van de verlichting. De totale lichtsterkte wordt
op het gewenste niveau constant gehouden. De verlichting
wordt met de inschakeldimwaarde ingeschakeld en op de
ingestelde gewenste lichtsterkte geregeld. Afhankelijk van de
soort functie „school" of „office" reageert de aanwezigheids-
melder na handmatig dimmen met de toets anders:
•
Bedieningswijze ‚school' voor toepassingen in school- en
vergaderlokalen:
y
y
Manueel dimmen stopt de constante lichtregeling.
y
y
Verlichting behoudt tijdens aanwezigheid de gedimde waarde
(geen beïnvloeding door lichtsterkte).
y
y
Door uit- en weer inschakelen keert men terug naar de
regelmodus.
9