7. Aansluiting
De aanwezigheidsmelders kunnen als Master in enkelvoudige
schakeling, als Master-Master in parallelschakeling of als
Master-Slave in parallelschakeling worden gecombineerd. Er
kunnen meerdere toetsen op één stuuringang aanwezig zijn.
Verlichte toets met nuldraadaansluiting gebruiken.
Met de managementafstandsbediening „SendoPro 868-A"
kunnen via de parameter <Klem SX toewijzing> de kanalen
C1 t/m C3 licht aan de gewenste toetsingangen S1 t/m S3
worden toegewezen. De ingang S3/P kan voor het parallelle
signaal van de master-slave- resp. master-master-schakeling
of als toetsingang S3 worden gebruikt. Fabrieksinstelling is
„Parallel".
Op elke meter kunnen max. 50 DALI-bedrijfsapparaten
worden aangesloten. Wij adviseren de DALI-bedrijfsapparaten
gelijkmatig over de 3 fasedraden te verdelen.
L Alle melders en toetsen moeten op dezelfde fase worden
aangesloten.
Enkelvoudige schakeling
Bij de enkelvoudige schakeling detecteert de aanwezigheids-
melder als Master aanwezigheid en lichtsterkte en regelt de
verlichting.
L
N
L
N
S3/P
Master
S1 S2
DA+ DA–
DALI
18