geactiveerd. Bij de instelling van de testmodus schakelt de
melder direct over naar de testmodus:
•
De LED geeft de testmodus licht weer (5 s AAN, 0,3 s
UIT).
•
De aanwezigheidsmelder gedraagt zich zoals in de nor-
male bedieningsmodus, alleen de reactie op licht/donker
is sneller.
•
Om het gedrag te simuleren, kunnen de jaloezieën
worden bediend of kan het bereik onder de aanwezig-
heidsmelder worden verlicht.
•
Na 10 min eindigt de testmodus automatisch.
De melder start opnieuw (zie inschakelgedrag op pagina
11).
L NB: De aanwezigheidsmelder niet met een zaklamp laten
schakelen! De adaptieve lichtschakeldrempels worden dan
vervalst!
Fabrieksinstellingen
De aanwezigheidsmelder wordt met de volgende parameter-
waarden geleverd:
Parameter
Functie C1/C2
Functie C3
Bron lichtmeting C3
Klem S1 toewijzing
Klem S2 toewijzing
Klem S3/P toewijzing
Gewenste lichtsterkte C1, C2, C3
Ruimtecorr.factor Win, Mid, Bin, Int
Detectiegevoeligheid (PIR)
Nalooptijd licht
Korte aanwezigheid
Waarde
Regeling
Regeling
Midden
C1
C2
Parallel
500 lux
0.3
Niveau 3
10 min
Aan
40