Na i edere 10 werkuren
5.6
Motoroliepeil controleren
Aandacht
!
De machine moet horizontaal staan.
Als de motor warm is, motor afzetten en na vijf
minuten oliepeil controleren.
Bij koude motor kan direct gecontroleerd wor-
den.
Oliesoort zie paragrafen "Bedrijfsstoffen" en
"Bedrijfsstoffentabel".
Afb. 122
Oliemeetstaaf (Afb. 122) eruit trekken, afve-
l
gen met een vezelvrije, schone doek en tot
aan de aanslag erin steken.
De oliemeetstaaf weer eruit trekken.
l
Het oliepeil moet altijd tussen de "MIN"- en
l
"MAX"-markering liggen. Als het oliepeil daar-
onder staat meteen olie bijvullen tot de "MAX"-
markering.
BW 177 D-4
5.7
Brandstofvoorraad contro-
leren
Aandacht
!
Brandstoftank nooit leegrijden, aangezien an-
ders de brandstofinstallatie moet worden ont-
lucht.
Afb. 123
Vulstand aan de brandstofindicatie (m) (Afb.
l
123) in het combi-instrument controleren.
Tanken
Gevaar
!
Brandgevaar!
Bij werkzaamheden aan de brandstofinstallatie
geen open vuur, niet roken, geen brandstof
morsen.
Niet tanken in gesloten ruimtes.
Motor afzetten.
Gevaar
!
Gevaar voor de gezondheid!
Brandstofdampen niet inademen.
Aandacht
!
Voortdurend toezien op het tanken.
Brandstofkwaliteit en -hoeveelheid, zie para-
grafen "Bedrijfsstoffen" en "Bedrijfsstoffenta-
bel".
BOMAG
www.duma-rent.com
Na iedere 10 werkuren
85