Bediening
4.6
Met de machine rijden
Gevaar
!
Ongevallenrisico!
Vochtige en losse ondergronden verminderen
het contact met de grond van de machine bij
hellingen aanzienlijk.
De bodemgesteldheid en weersinvloeden heb-
ben invloed op het stijgvermogen van de ma-
chine.
Nooit hellingen groter dan het maximale stijg-
vermogen van de machine op rijden (zie tech-
nische gegevens).
Nooit zonder veiligheidsgordel rijden.
Beladen transportvoertuigen altijd voorrang
verlenen!
Vóór het wegrijden controleren of in de rijzone
zonder gevaar kan worden gereden.
Aandacht
!
De cabinedeur tijdens de rit altijd gesloten
houden. Bij geopende deur en ingeknikte ma-
chine kan de cabinedeur bij een sterke pendel-
beweging beschadigd worden.
i
Opmerking
De machine is uitgerust met een zitcontactschake-
laar (veiligheidsuitrusting).
Als de bestuurder tijdens de rit opstaat, dan wordt
de signaalhoorn geactiveerd en de motor na vier
seconden tot stilstand afgeremd. Als de bestuur-
der zijn zitplaats weer inneemt, dan rijdt de machi-
ne verder.
Vóór de heringebruikname op de bestuurdersstoel
gaan zitten, de rijhendel in „0"-stand arrêteren
(remstand), dan de rijhendel opnieuw uitsturen in
de gewenste rijrichting.
52
Afb. 54
Cabinedeur (Afb. 54) sluiten.
l
Afb. 55
Gewenst rijbereik (Afb. 55) selecteren.
l
Afb. 56
Draaiknop motortoerental (Afb. 56) naar
l
rechts in stand "MAX" draaien.
BOMAG
www.duma-rent.com
BW 177 D-4