Afb. 57
Rijhendel (Afb. 57) naar links uit de remstand
l
ontgrendelen.
Rijhendel langzaam naar voor of achter bewe-
l
gen.
De machine rijdt met een snelheid die overeen-
komt met de uitsturing van de rijhendel vooruit
resp. achteruit.
Rijhendel terugnemen in nulstand.
l
De machine wordt tot stilstand afgeremd.
Gevaar
!
Ongevallenrisico!
Om te stoppen op hellingen of dalingen de rij-
hendel naar rechts in remstand arrêteren.
Belangrijke informatie over het rijbe-
drijf
Aandacht
!
Bij verandering van rijrichting de rijhendel kort
in nulstand vasthouden tot de machine stil-
staat, en hem dan een nieuwe rijrichting instu-
ren.
Niet stootsgewijs doorschakelen! Rijsnelheid
alleen regelen met de rijhendel.
Bij het rijden op hellingen de hefboom lang-
zaam terugnemen om de machine af te rem-
men.
Als het motortoerental bij grote hellingen
daalt, de uitsturing van de rijhendel iets terug-
nemen.
BW 177 D-4
4.7
Machine stoppen, handrem
activeren
Afb. 58
Rijhendel (Afb. 58) langzaam in stand "Neu-
l
traal" terugbrengen en naar rechts in rem-
stand arrêteren.
De machine wordt automatisch hydrostatisch af-
geremd en de handrem wordt geactiveerd.
Afb. 59
De waarschuwingslamp vastzetrem (k) (Afb. 59)
licht op.
i
Opmerking
De vastzetrem blokkeert ook automatisch na het
afzetten van de motor.
BOMAG
www.duma-rent.com
Bediening
53