Eerste uitgave • Tweede druk
1 Kies een gebied uit dat stevig, horizontaal en vrij
van obstakels is.
Grondbediening
2 Draai het contactslot naar grondbediening.
3 Trek de rode noodstopknop uit naar
de stand 'aan'.
Resultaat: De flitslamp (indien aanwezig) moet
gaan knipperen.
4 Start de motor (zie de sectie
Bedieningsinstructies).
Noodstop testen
5 Druk de rode noodstopknop in naar de
stand 'uit'.
Resultaat: De motor moet afslaan en geen
enkele functie mag in werking treden.
6 Trek de rode noodstopknop uit naar de
stand 'aan' en start de motor opnieuw.
Machinefuncties testen
7 Houd de functieschakelaar niet naar een van
beide zijden vast. Probeer elke arm- en
platformfunctietuimelschakelaar te activeren.
Resultaat: De arm- en platformfuncties mogen
niet in werking treden.
8 Houd de functieschakelaar naar
een van beide zijden vast en
activeer elke arm- en
platformfunctietuimelschakelaar.
Resultaat: Alle arm- en platformfuncties dienen
een volledige cyclus te doorlopen. Het daalalarm
(indien aanwezig) moet klinken terwijl de arm
wordt neergelaten.
Onderdeelnr. 133408DU
Scheefstandschakelaar testen
9 Trek de rode noodstopknop op de
platformbediening uit naar de stand 'aan'. Draai
het contactslot naar platformbediening.
10 Open de draaitafelafdekking aan
de tankzijde en lokaliseer de
scheefstandschakelaar naast de
brandstoftank.
11 Druk een kant van de
scheefstandschakelaar omlaag.
Resultaat: Het alarm op het
platform moet klinken.
Noodbediening testen
12 Draai het contactslot naar grondbediening en
schakel de motor uit.
13 Trek de rode noodstopknop uit naar de
stand 'aan'.
14 Houd de noodvoedingsschakelaar
ingeschakeld en activeer
tegelijkertijd elke
armfunctietuimelschakelaar.
Opmerking: Test elke functie gedurende een
gedeeltelijke cyclus om accu's te sparen.
Resultaat: Alle armfuncties dienen in werking te
treden.
S-60 TRAX • S-65 TRAX
Bedieningshandleiding
Inspecties
31