Het apparaat installeren en configureren > Netwerkconfiguratie
De verbinding configureren via het Wi-Fi-Setup hulpprogramma
Voor het verzenden van de Wi-Fi instellingen die zijn geconfigureerd in het Wi-Fi Setup hulpprogramma naar het
apparaat, sluit de computer of het mobiel toestel lokaal aan op het apparaat. De verbindingsmethoden zijn bekabelde
verbinding via LAN-kabel of draadloze LAN-verbinding (Wi-Fi Direct).
1
2
3
4
5
Sluit het apparaat aan via een LAN-kabel of Wi-Fi Direct.
Bekabelde verbinding rechtstreeks via LAN-kabel (pagina 2-16)
Draadloze LAN-verbinding via Wi-Fi Direct (pagina 2-16)
Plaats de DVD.
OPMERKING
• De installatie op Windows moet worden uitgevoerd door een gebruiker is aangemeld met
beheerdersbevoegdheden.
• Als het dialoogvenster "De wizard Nieuwe hardware gevonden" verschijnt, selecteer dan
[Annuleren].
• Als het autorun-scherm wordt weergegeven, klik dan op [Voer setup.exe uit].
• Als het venster gebruikersaccountbeheer verschijnt, klik op [Ja] ([Toestaan]).
Roep het scherm op.
1
Druk op [Onderhoud].
[Wi-Fi Setup Tool] > [Uitvoeren]
1 Klik op [Licentieovereenkomst
weergeven] en lees de
licentieovereenkomst.
2 Klik op [Accepteren].
2
1
2
2-17