Het apparaat installeren en configureren > Gebruik van het bedieningspaneel
Gebruik van het bedieningspaneel
Bedieningspaneel
1 [Opgelet]-lampje
2 [PAPIERSTORING]-lampje
3 [Toner]-lampje
4 [Papier]-lampje
*1
5 [Wi-Fi]-lampje
6 [Spaarstand]-lampje
7 [Verwerken] -lampje
*1 Alleen voor modellen met Wi-Fi.
OPMERKING
Voor de betekenissen van de lampjes en functies van de toetsen, raadpleeg:
Statuslampjes (pagina 2-11)
Basisfuncties voor elke toets (pagina 2-12)
1
2
3
4
8
9
8 [Stille modus]-toets
9 [GO]-toets
10 [Annuleren]-toets
11 [Wi-Fi Direct]-toets
2-10
7
6
5
11
10
*1