Inhoudsopgave
Advertenties
8
Instellingen
8.1
Inleiding op parametercodes
Afb.78
Code op een HMI T-control
00:12
......
........ .......
......
....................
..... ... ....... .... .. ..... ....
....... .... .. ..... ....
....... ...........
CP010
..... ... ....... ....
..... ... ....... ....
..... ... ....... .... .. ..... ....... .... ..... .......
........ .......
Afb.79
Eerste letter
Afb.80
Tweede letter
Afb.81
Het getal
8.2
Toegang tot het installateursniveau
Afb.82
Installateursniveau
00:12
........ .......
........ ......... ...
..... ... ....... .... .. ..... ....... .... ..... .......
i
........ .......
0
0
0
1
1
1
2
2
2
3
3
3
4
4
4
5
7734306 - v.03 - 29092020
.........
.......
...
......
.....
CP010
AD-3001373-02
CP010
AD-3001375-01
CP010
AD-3001376-01
CP010
AD-3001377-01
0
1
2
3
4
5
6
AD-3001378-02
Het besturingsplatform maakt gebruik van een geavanceerd systeem voor
het categoriseren van parameters, metingen en tellers. Kennis van de
logica achter deze codes vergemakkelijkt de herkenning. De code bevat
twee letters en drie cijfers.
De eerste letter is de categorie waarop de code betrekking heeft.
A
Appliance: Toestel
C
Circuit: Zone
E
External: Externe opties
G
Gas fired: Gasgestookt toestel
P
Producer: Centrale verwarming
De tweede letter is het type.
P
Parameter: Parameters
C
Counter: Tellers
M
Measurement: Signalen
Het getal bestaat altijd uit drie cijfers. In bepaalde gevallen verwijst het
laatste van deze drie cijfers naar een zone.
Sommige parameters die de werking van de ketel kunnen beïnvloeden zijn
beveiligd met een toegangscode. Alleen de installateur mag deze
parameters wijzigen.
1. Selecteer het pictogram [
2. Druk op de toets
om de selectie te bevestigen.
3. Gebruik de draaiknop om de code te selecteren: 0012.
4. Druk op de toets
om de selectie te bevestigen.
Als het installateursniveau is ingeschakeld, verandert de status van
het pictogram [
] van Uit in Aan.
5. Om het installateursniveau te verlaten, selecteert u het pictogram
[
] .
6. Gebruik de draaiknop om Bevestigen of Annuleren te selecteren.
7. Druk op de toets
om de selectie te bevestigen.
Als het installateursniveau is uitgeschakeld. verandert de status van
het pictogram [
] van Aan in Uit.
Als het bedieningspaneel gedurende 30 minuten niet wordt gebruikt, wordt
het installateursniveau automatisch verlaten.
8.2.1
Configuratie van de installatie op installateursniveau
Configureer de installatie door te drukken op de knop
setup
te selecteren. Selecteer de besturingsautomaat of printplaat die u
wilt wijzigen:
].
en Installatie
8 Instellingen
55
Advertenties
Inhoudsopgave
