Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Bosch DINION 7100i IR Bedieningshandleiding pagina 35

Verberg thumbnails Zie ook voor DINION 7100i IR:
Inhoudsopgave

Advertenties

DINION 7100i IR
Encoderprofiel
Om naar het configuratievenster Encoderprofiel voor de afzonderlijke streams te gaan, klikt u
op de knop bewerken (potlood) naast de respectieve Actief profiel of Profiel geen opname
gedeelten.
Voorzichtig!
De profielen zijn complex. Ze bevatten een groot aantal parameters die elkaar wederzijds
!
beïnvloeden. In het algemeen is het daarom beter om de standaardprofielen te gebruiken.
Wijzig de profielen alleen als u volledig vertrouwd bent met alle configuratieopties.
Profielnaam
U kunt indien nodig een nieuwe naam voor het profiel opgeven.
Videoresolutie
Selecteer een van de beschikbare videoresolutie-opties uit het vervolgkeuzemenu.
Frame rate
De schuifregelaar Frame rate bepaalt het interval waarmee beelden worden gecodeerd en
verzonden. Dit kan met name handig zijn voor lage bandbreedtes. De image rate wordt naast
de schuifregelaar weergegeven.
De image rate is de maximale of basis image rate gedeeld door de waarde van het
coderingsinterval (bijvoorbeeld, bij een basis image rate van 30 fps en een coderingsinterval
van 6, is de gecodeerde image rate 5 fps).
Geavanceerde instellingen
Gebruik indien nodig de geavanceerde instellingen om de kwaliteit van de I-frames en de P-
frames zo aan te passen aan specifieke eisen. De instelling is gebaseerd op de H.264-
kwantificeringsparameter (QP).
GOP-structuur
Selecteer de benodigde structuur voor de Group of pictures, afhankelijk van waar u de
voorkeur aan geeft: zo min mogelijk vertraging of gebruik van zo min mogelijk bandbreedte.
I-frame-afstand
Gebruik de schuifregelaar om de afstand tussen I-frames in te stellen op Auto of tussen 3 en
255. De waarde 3 geeft aan dat elke derde afbeelding een I-frame is. Hoe lager het getal, hoe
meer I-frames worden gegenereerd.
Min. QP P-frames
De Quantization Parameter (QP) geeft de mate van compressie aan, dat wil zeggen de
beeldkwaliteit van elk frame. Hoe lager de QP-waarde is, hoe hoger de kwaliteit van de
codering is. Een hogere kwaliteit brengt een hogere gegevensbelasting met zich mee.
Doorgaans liggen QP-waarden tussen 18 en 30. Definieer hier de onderste grenswaarde voor
de kwantificering van de P-frames en daarmee de maximaal haalbare kwaliteit van de P-
frames.
QP I/P-frame delta
Deze parameter stelt de verhouding van de QP voor het I-frame tot de QP voor het P-frame in.
U kunt bijvoorbeeld een lagere waarde instellen voor I-frames door de schuifregelaar naar een
negatieve waarde te verplaatsen. Hierdoor wordt de kwaliteit van de I-frames ten opzichte van
de P-frames verbeterd. De totale gegevensbelasting neemt toe, maar alleen met de grootte van
de I-frames.
Bosch Security Systems B.V.
Bedieningshandleiding
Configuratie | nl
2023-06 | V02 | F.01U.390.686
35

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave