Onderhoud
Controlelijst voor werkzaamheden voor de...
Maatregel
Koudemiddelafzuiging en -evacuering
aD
Als voor het repareren of om andere redenen ingrepen
in het koudemiddelcircuit worden uitgevoerd, moet vol-
gens standaardprocedures te werk worden gegaan. Al-
gemeen is met het oog op de brandbaarheid van het
koudemiddel bijzondere voorzichtigheid te behouden.
De volgende afvoer moet in elk geval worden geres-
pecteerd:
1. Koudemiddel afzuigen.
2. Koudemiddelcircuit met inert gas spoelen.
3. Vacuüm pompen
4. Opnieuw met inert gas spoelen.
5. Koudemiddelcircuit door snijden of solderen ope-
nen.
De koudemiddelvulling moet in een geschikte recy-
clingfles worden afgezogen. Het koudemiddelcircuit
moet met stikstof worden gespoeld om de veiligheid te
garanderen. Dit proces moet evt. meermaals worden
herhaald. Perslucht of zuurstof mag in geen geval hier-
voor worden gebruikt.
Het spoelproces moet worden uitgevoerd door het va-
cuüm met zuurstofvrije stikstof te breken en de druk tot
de bedrijfsdruk te verhogen. Daarna wordt de overdruk
afgetapt en geëvacueerd. Dit proces moet worden her-
haald tot er zich geen koudemiddel meer in het koelcir-
cuit bevindt.
Na het laatste spoelproes moet de druk in het systeem
tot de atmosfeerdruk worden afgetapt. Dit is bijzonder
belangrijk als aan het koelmiddelcircuit moet worden
gesoldeerd. Er moet worden verzekerd dat de uitlaat
van de vacuümpomp in een goed verlucht werking
worden geleid en zich geen ontstekingsbron in de
buurt bevindt.
Koudemiddel bijvullen
aF
Aanvullend op de gebruikelijke vulprocedure moeten
de volgende vereisten worden vervuld:
Er moet worden verzekerd dat de vularmaturen niet
■
voor verschillende koudemiddelen worden gebruikt.
Slangen moeten zo kort mogelijk zijn om de inbegre-
pen koudemiddelhoeveelheid te minimaliseren.
Koudemiddelflessen moeten in verticale positie
■
staan.
Er moet worden verzekerd dat het koudemiddelcir-
■
cuit geaard is alvorens het gevuld wordt.
Het toestel moet worden gemarkeerd (indien het nog
■
niet gemarkeerd was) wanneer het vulproces is af-
gesloten.
Er moet in het bijzonder op worden gelet het toestel
■
niet te overvullen. Alvorens het toestel gevuld wordt,
moet een druktest met stikstof worden uitgevoerd.
De lektest kan aan het gevulde apparaat worden uitge-
voerd, moet echter voor ingebruikname worden uitge-
voerd. Alvorens de installatie wordt verlaten, moet een
afsluitende lektest worden uitgevoerd
56
(vervolg)
Voltooid
Opmerking
ê
ê