Controlelijst voor werkzaamheden voor de...
Maatregel
Lekopsporing
Volgende lekopsporingsprocedures zijn geschikt voor
installaties met brandbaar koudemiddel:
Lekopsporing met elektronische koudemiddeldetecto-
ren:
Elektronische koudemiddeldetectoren hebben evt.
■
niet de vereiste gevoeligheid of moeten op het be-
treffende bereik worden gekalibreerd. Kalibrering in
een koudemiddelvrije omgeving uitvoeren.
De koudemiddeldetector moet geschikt zijn voor het
■
te detecteren koudemiddel R1234-ze.
De koudemiddeldetector mag geen potentiële ont-
■
stekingsbronnen bevatten.
Koudemiddeldetector op het gebruikte koudemiddel
kalibreren. De activeerdrempel instellen op < 3 g/a in-
stellen.
Lekopsporing met lekopsporingsvloeistoffen:
Lekopsporingsvloeistoffen zijn geschikt in combinatie
■
met de meeste koudemiddelen.
!
Opgelet
Chloorhoudende lekopsporingsvloeistoffen re-
ageren evt. met het koudemiddel. Daardoor
ontstaat evt. corrosie.
Chloorhoudende lekopsporingsvloeistoffen
niet gebruiken.
Maatregelen bij optreden van een lek in het koelcircuit:
Alle open vlammen in de omgeving van de warmte-
■
pomp onmiddellijk blussen.
Als voor het verhelpen van het lek soldeerwerken
■
vereist zijn, steeds het volledige koudemiddel uit het
koelcircuit afzuigen.
De te solderen plek voor en tijdens het solderen met
■
zuurstofvrije stikstof spoelen.
(vervolg)
Voltooid
Opmerking
ê
Onderhoud
55