Inhoudsopgave
Advertenties
8.2 Over de MIP testresultaten:
Het getoonde resultaat van de MIP komt overeen met de hoogste gemiddelde druk die 1 seconde kan worden
volgehouden tijdens de manoeuvre (gemeten bij 50 Hz). Deze meting representeert de ontwikkelde druk van de
respiratoire spieren en de elastische terugslagdruk van het respiratoire systeem bij residuaal volume en is eerder een
indicatie van globale respiratoire output dan een directe meting van de contractiele eigenschappen van de inspiratoire
spieren. De resultaten moeten worden gebruikt om het effect van respiratoire spiertraining te monitoren.
Ook wordt een MIP score geleverd. Deze score is gebaseerd op de normaalwaarden van een populatie verkregen uit onderzoek, berekend
met behulp van de informatie uit het patiëntprofiel (zie paragraaf 4.3). De scores zijn als volgt afgeleid:
: De gemeten waarde van MIP ligt meer dan 2 standaarddeviaties onder de voorspelde normaalwaarde (5e percentiel)
: De gemeten waarde van MIP ligt tussen 1,2 en 2 standaarddeviaties onder de voorspelde normaalwaarde
: De gemeten waarde van MIP ligt tussen 0,4 en 1,2 standaarddeviaties onder de voorspelde normaalwaarde
: De gemeten waarde van MIP ligt binnen ±0,4 standaarddeviaties van de voorspelde normaalwaarde
: De gemeten waarde van MIP ligt tussen 0,4 en 1,2 standaarddeviaties boven de voorspelde normaalwaarde
: De gemeten waarde van MIP ligt tussen 1,2 en 2 standaarddeviaties boven de voorspelde normaalwaarde
: De gemeten waarde van MIP ligt meer dan 2 standaarddeviaties boven de voorspelde normaalwaarde (95e percentiel)
Hierbij moet erop gewezen worden dat een grote variatie in MIP tussen patiënten normaal is. Een laag resultaat (en corresponderende lage
score) kan ook worden veroorzaakt door een gebrek aan motivatie tijdens de test en duidt niet noodzakelijkerwijs op inspiratoire spierzwakte.
Het is raadzaam om gedetailleerder onderzoek te doen om een zeer laag resultaat te kunnen interpreteren. Als richtlijn sluit normaliter een
MIP van 80 cmH
O of hoger, klinisch belangrijke inspiratoire spierzwakte uit. Het is echter aangetoond dat patiënten zonder inspiratoire
2
spierzwakte profijt hebben van een lagere dyspnoe en een hogere inspanningstolerantie hebben dankzij inspiratoire spiertraining. Zelfs bij
zeer goed getrainde atleten kostte de ademhaling minder energie en presteerden beter na een inspiratoire spiertraining.
24
Advertenties
Inhoudsopgave
