52
nl | Bedieningspanelen, sleutelschakelaars, afstandsbedieningen en zenders
1.
2.
3.
9.2
Sleutelschakelaars
U kunt een aan/uit-sleutelschakelaar of een impulssleutelschakelaar aansluiten om alles in een
gebied In te schakelen (geactiveerd) of Uit te schakelen (gedeactiveerd). Sluit de
sleutelschakelaar aan op een sensorlus van een ingebouwde of externe zone. U kunt uitgangen
programmeren om statusleds voor In-/Uitschakelen te activeren. Zie Outputs in de RPS Help of
in de Help van de programmeertool Installer Services Portal (beschikbaar in Europa, het
Midden-Oosten, Afrika en China).
9.2.1
Werking
Aan/uit-contact
Voor zones die zijn aangesloten op de sleutelschakelaar en die zijn geprogrammeerd voor een
aan/uit-contact, zorgt het openen van een sensorlus ervoor dat alles in het gebied wordt
Ingeschakeld (geactiveerd). De inbraakcentrale forceert de Inschakeling van alle verstoorde
zones, ongeacht de invoer in het programmaonderdeel 'Max. geforceerde overbrugging'. Als
het circuit in de normale stand wordt teruggezet, wordt het gebied Uitgeschakeld.
Impulscontact
Voor zones die zijn aangesloten op de sleutelschakelaar en die zijn geprogrammeerd voor een
impulscontact, zorgt het kortsluiten van de inschakelsensorlus ervoor dat de inschakelstatus
van het gebied van alles Ingeschakeld (geactiveerd) naar alles Uitgeschakeld (gedeactiveerd)
gaat, of omgekeerd. De inbraakcentrale forceert de inschakeling van alle verstoorde zones,
ongeacht de invoer in het programmaonderdeel 'Max. geforceerde overbrugging'.
Zie Gebiedsparameters en Zonetoewijzingen in de RPS Help of in de Help van de
programmeertool Installer Services Portal (beschikbaar in Europa, het Midden-Oosten, Afrika
en China).
De sirene uitschakelen
Als het systeem is Ingeschakeld (geactiveerd), kunt u de sirene uitschakelen (het alarmgeluid
stoppen) door de sleutelschakelaar in de stand te zetten waarmee het gebied wordt
Uitgeschakeld. Als het gebied is gedeactiveerd, moet u de sleutelschakelaar eenmaal draaien
om het inschakelingsproces te starten. Als de sleutelschakelaar een tweede maal wordt
gedraaid, wordt het inschakelingsproces gestopt en de sirene uitgeschakeld.
9.2.2
Installatie en aansluiting op de inbraakcentrale (sleutelschakelaars)
Bij aan/uit-schakelaars sluit u de EOL-weerstand voor de zone aan op de sleutelschakelaar,
zodat het circuit wordt geopend als de schakelaar wordt bediend. Als het circuit wordt
kortgesloten, wordt er een alarm gegenereerd als het gebied is Ingeschakeld en een probleem
gemeld als het gebied is Uitgeschakeld.
2020-01 | 19 | F.01U.368.344
De adresschakelaar op het bedieningspaneel is ingesteld op een adres dat niet in de
inbraakcentrale is geprogrammeerd. Stel de adresschakelaar in op het juiste adres of
programmeer het adres in de inbraakcentrale met behulp van RPS, de programmeertool
Installer Services Portal (beschikbaar in Europa, het Midden-Oosten, Afrika en China) of
een ander bedieningspaneel.
Als het bedieningspaneel geen elektriciteit krijgt van de inbraakcentrale, kan er een
storing zijn in de elektriciteitsvoorziening van de inbraakcentrale. Controleer de
voedingsbron van de inbraakcentrale.
Het bedieningspaneel is niet correct aangesloten op de inbraakcentrale of een van de
aansluitkabels is defect. Los eventuele bekabelingsproblemen op.
Installatiehandleiding
Control Panels
Bosch Security Systems B.V.