Control Panels
8.4.1
SDI2-adresinstellingen
Bericht!
De module leest de instelling van de adresschakelaar alleen in tijdens het opstarten van de
module. Als u de instelling wijzigt nadat u de module onder spanning heeft gezet, moet u de
module spanningsloos brengen en de spanning terug aanbrengen om de nieuwe instelling te
activeren.
De inbraakcentrale ondersteunt één module. Stel de adresschakelaar in op 1.
8.4.2
Bewaking
De inbraakcentrale voert twee typen bewaking uit:
–
–
8.4.3
Installatie en aansluiting op de inbraakcentrale (B450)
Energieverbruik berekenen
Controleer of er voldoende vermogen is voor de module en de andere elektrische apparaten
die u wilt aansluiten op het systeem.
Zie Ingebouwde uitgangen, pagina 55.
Voorzichtig!
Schakel alle voeding uit (AC en noodbatterij) voordat u verbinding maakt. Niet navolgen van
!
de instructies kan leiden tot persoonlijk letsel en/of beschadiging van de apparatuur.
De mobiele module plaatsen
1.
2.
De module installeren
1.
2.
3.
De antenne aansluiten
1.
2.
3.
Aansluiten op de inbraakcentrale
Sluit de aansluitklemmen met label PWR, A, B en COM van de module aan op de SDI2-
klemmen van de inbraakcentrale, of gebruik de verbindingsaansluiting en de meegeleverde
verbindingskabel.
Gebruik voor een aansluiting op de aansluitklemmen een draad van 18 AWG tot 22 AWG (1,0
mm tot 0,6 mm).
Bosch Security Systems B.V.
Modulebewaking. De inbraakcentrale bewaakt de module via polling. Als de module niet
op polling van de inbraakcentrale reageert, registreert de centrale dat het apparaat
ontbreekt.
Communicatiebewaking. De inbraakcentrale bewaakt het communicatiepad via polling
van de ontvanger van de meldkamer. Als een van beide zijden niet reageert op polling,
wordt er zowel door de inbraakcentrale als de ontvanger van de meldkamer een
communicatiestoring geregistreerd.
Installeer een SIM-kaart, als dat nodig is voor de mobiele module.
Steek de mobiele insteekmodule in de B450 tot u de module op zijn plaats hoort
vastklikken.
Stel het adres van de module in.
Houd de montagebeugels van de module tegen de binnenkant van de behuizing. Zorg dat
de beugelgaten overeenkomen met een montagepatroon van 3 gaten in de behuizing
Gebruik de meegeleverde bevestigingsschroeven om de module vast te zetten.
Zet de antennekabel aan de buitenkant van de behuizing vast.
Leid de antennekabel door een knock-out in de bovenkant van de behuizing.
Sluit de antennekabel aan op de mobiele module.
Installatiehandleiding
IP-communicatie | nl
43
2020-01 | 19 | F.01U.368.344