Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Omschakelen Tussen Koelen En Verwarmen - Daikin EWAQ016CAW Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur En De Gebruiker

Verberg thumbnails Zie ook voor EWAQ016CAW:
Inhoudsopgave

Advertenties

De gecompenseerde temperatuur (= gemeten temperatuur plus
compensatiewaarde) wordt dan gebruikt voor de regeling van het
systeem en wordt weergegeven in de temperatuuruitleesstand.
[9‑00] Compensatiewaarde temperatuur uittredend water voor
verwarmen
[9‑01] Automatisch corrigerende functie thermistor uittredend
water
Deze functie houdt rekening met de omgevingscondities van buiten
en corrigeert de gemeten waarde die voor de logica zal worden
gebruikt.
Voorbeeld: wanneer de omgevingstemperatuur hoog is tijdens het
koelen, zal de logica de door de thermistor uittredend water gemeten
waarde naar een lagere waarde corrigeren om rekening te houden
met de hoge omgevingstemperaturen van de meting.
[9-02]
Deze instelling is niet van toepassing.
[9‑03] Compensatiewaarde temperatuur uittredend water voor
koelen
[9-04]
Deze instelling is niet van toepassing.
[A] Optie instellen
[A-00]
Deze instelling is niet van toepassing.
[A-01]
Deze instelling is niet van toepassing.
[A‑02] Undershoot-waarde temperatuur retourwater
Met deze instelling kan de toelaatbare undershoot worden ingesteld
bij gebruik van de unit in verwarming THERMO AAN/UIT.
De unit wordt alleen in THERMO AAN geschakeld als de
temperatuur van het retourwater (RWT) onder het instelpunt min de
differentiaaltemperatuur zakt:
Thermo AAN: RWT<Instelpunt–(([A‑02]/2)+1)
De instelling [A‑02] kan variëren van 0 tot 15 in stappen van 1 graad.
De standaardwaarde is 5; dit betekent dat de standaardwaarde van
de differentiaaltemperatuur 3,5 is.
[A‑03] Overshoot/undershoot-waarde temperatuur uittredend
water
Met deze instelling kan de toegestane overshoot (verwarmen)/
undershoot (koelen) worden ingesteld wanneer de unit wordt
gestuurd op basis van temperatuur uittredend water.
[A‑04] Instelling glycolconcentratie
Deze instelling kan enkel gebruikt worden voor units met de optie
koelen bij lage temperaturen.
Wanneer deze instelling wordt veranderd, zullen de parameters van
de
vorstbeveiliging
worden
glycolconcentratie.
[A‑04]
0
30% glycol, minimum uittredend water=0°C
1
40% glycol, minimum uittredend water=–10°C
VOORZICHTIG
Glycolconcentraties lager dan de ingestelde parameter
zullen de vloeistof laten bevriezen.
[b] Instellingen niet van toepassing
[C] Temperatuurlimieten uittredend water
Deze instelling wordt gebruikt om de temperatuur uittredend water
die op de afstandsbediening kan worden geselecteerd te beperken.
EWAQ016~064CAW + EWYQ016~064CAW
Compacte luchtgekoelde water-chiller
4P497339-1 – 2017.07
veranderd
in
functie
van
Beschrijving
[C‑00] Instelpunt maximum uittredend water verwarmen
[C‑01] Instelpunt minimum uittredend water verwarmen
[C‑02] Instelpunt maximum uittredend water koelen
[C‑03] Instelpunt minimum uittredend water koelen
Dit hangt af van lokale instelling [A‑04].
[C-04]
Deze instelling is niet van toepassing.
[d] Instellingen niet van toepassing
[E] Servicestand
[E‑00]
Deze instelling is niet van toepassing.
[E‑01]
Deze instelling is niet van toepassing.
[E‑02]
Deze instelling is niet van toepassing.
[E‑03]
Deze instelling is niet van toepassing.
[E‑04] Werking alleen pomp (ontluchtingsfunctie)
Het is heel belangrijk dat bij de installatie en inbedrijfstelling van de
unit alle lucht uit het watercircuit wordt verwijderd.
Deze lokale instelling laat de pomp draaien om zo lucht uit de unit te
verwijderen zonder de unit te laten draaien. De pomp draait
10 minuten, stopt 2 minuten, etc.
[E‑04]
0 (standaard)
1
2
[F] Instelling optie
[F‑00] Overshoot-waarde temperatuur retourwater
Met deze instelling kan de toelaatbare overshoot worden ingesteld
bij gebruik van de unit in koelen THERMO AAN/UIT.
De unit wordt alleen in THERMO AAN geschakeld als de
temperatuur van het retourwater (RWT) tot boven het instelpunt plus
de differentiaaltemperatuur stijgt:
Thermo AAN: RWT<Instelpunt+(([F‑00]/2)+1)
De instelling [F‑00] kan variëren van 0 tot 15 in stappen van 1 graad.
De standaardwaarde is 5; dit betekent dat de standaardwaarde van
de differentiaaltemperatuur 3,5 is.
de
7.3
Omschakelen tussen koelen en
verwarmen
De unit kan op 2 verschillende manieren tussen koelen en
verwarmen worden omgeschakeld. Dit hangt af van hoe de
temperatuur
wordt
kamertemperatuur of op basis van de temperatuur uittredend water.
Als de unit wordt gestuurd op basis van kamertemperatuur (externe
kamerthermostaat of kamerthermostaat van de afstandsbediening),
schakelt u met de knop koelen/verwarmen op de afstandsbediening
om tussen koelen en verwarmen.
Als de unit wordt gestuurd op basis van de temperatuur uittredend
water, gebruikt u best de ABC-klemmen op de buitenunit (alleen
mogelijk voor units met een warmtepomp). In de volgende
afbeelding ziet u waar de klemmen zich bevinden.
Uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker
7 Configuratie
Beschrijving
Normale werking van de unit
Automatisch ontluchten gedurende
108 minuten
Automatisch ontluchten gedurende
48 minuten
geregeld,
d.w.z.
op
basis
van
de
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave