Richtlijnen voor papier en speciaal afdrukmateriaal
Ongeschikt papier
Onderzoeksresultaten geven aan dat de volgende papiersoorten niet geschikt zijn voor gebruik in een
laserprinter:
•
Chemisch bewerkt kopieerpapier dat geen carbonpapier bevat, ook bekend als papier zonder carbon
•
Voorbedrukt papier dat chemische stoffen bevat die het papier mogelijk aantasten
•
Voorbedrukt papier dat kan worden aangetast door de temperatuur in het verhittingsstation van de printer
•
Voorbedrukt papier waarvoor registratie (nauwkeurige positionering van het afdrukgebied op de pagina)
van meer dan ±2,3 mm (±0,9 inch) is vereist, zoals OCR-formulieren (optical character recognition; optische
tekenherkenning). In sommige gevallen kan de registratie via een softwaretoepassing worden aangepast,
waardoor afdrukken op deze formulieren toch mogelijk is.
•
Coated papier (uitwisbaar bankpostpapier), synthetisch papier, thermisch papier
•
Papier met ruwe randen, papier met een ruw of grof gestructureerd oppervlak, gekruld papier
•
Kringlooppapier dat niet voldoet aan de norm EN12281:2002 (Europese standaard)
•
Papier lichter dan 60 g/m
•
Formulieren of documenten die uit meerdere delen bestaan
Ga naar de website van Lexmark op
duurzaamheid kunt u vinden via de koppeling Duurzaamheid.
Papier bewaren
Houd de volgende richtlijnen voor het bewaren van papier aan om een regelmatige afdrukkwaliteit te
garanderen en te voorkomen dat er papierstoringen ontstaan.
•
U kunt het papier het beste bewaren in een omgeving met een temperatuur van 21 °C en een relatieve
vochtigheid van 40%. De meeste fabrikanten van etiketten bevelen een omgeving aan met een temperatuur
tussen 18 en 24 °C en een relatieve vochtigheid van 40% tot 60%.
•
Zet dozen papier, indien mogelijk, liever niet op de vloer, maar op een pallet of een plank.
•
Zet losse pakken op een vlakke ondergrond.
•
Plaats niets boven op de losse pakken met papier.
2
.
www.lexmark.com
voor meer informatie. Algemene informatie over
72