5.7.1 Externe verbindingen
Het toestel is ontworpen om samen te werken en
aangesloten te worden op externe energiebronnen en slimme
energiemeters (zonne-energie, daluren, PV-panelen)
INGANGEN
•
Digitaal 1 (DIG1). Digitale ingang voor zonne-energie (alleen voor
modellen LT-S). In het geval van een zonnewarmte-systeem met
elektronische regeling, kan deze laatste worden aangesloten op het
toestel om de warmtepomp te deactiveren wanneer er energie
wordt opgewekt door de zonnecollector. Een potentiaalvrij contact
dat sluit wanneer de zonne-collector actief is, kan worden
aangesloten op de witte en bruine draden van de zes-aderige
kabel die bij het toestel wordt geleverd.
Stel de parameter P16 = 1 in om de werking met de
zonnecollector te activeren.
Digitaal 2 (DIG2). Digitale ingang voor PV-panelen. Als er een
•
fotovoltaïsch systeem op de huis-installatie is aangesloten, dan
kan teveel geproduceerde stroom worden gebruikt om warmwater
te maken. Als er een potentiaalvrij contact aanwezig is, b.v. van
de omvormer, dat sluit bij overproductie van stroom, dan kan dit
worden aangesloten op de groene en gele draden van de zes-
aderige kabel die bij het toestel wordt geleverd.
Stel de parameter P23 = 1 in om de werking met PV-panelen
te activeren.
•
Digitaal 3 (DIG3). Ingang voor daluren. Deze functie zorgt ervoor
dat het toestel alleen kan worden ingeschakeld als er een signaal
van buiten aanwezig is dat het dalurentarief geldt . De signaal
gever moet een spanningsvrij contact hebben dat sluit wanneer het
dalurenstarief beschikbaar is. Dit contact kan worden aangesloten
op de grijze en roze draden van de zes-aderige kabel die bij het
toestel wordt geleverd.
Stel de parameter P24 = 1 in om de werking met daluren in ECO-
mode te activeren of P24 = 2 voor activatie van de werking met
daluren in AUTO-mode.
•
Digitale ingang (LPSW) voor de stromingsschakelaar van de
Zonne energie watercirculatiepomp (niet meegeleverd)
Analoge ingang (PT1000) voor zonnecollector temperatuur sensor.
•
UITGANGEN
230 Vac - 16 A relaisuitgang met N.O. contact. voor
circulatiepomp voor zonnecollector of warmwater-recirculatie.
230 Vac - 5 A relaisuitgang met contact N.O. voor zonnecollector
blindering of waterafvoerklep.
Alleen voor modellen LT-S
Opmerking: voor meer informatie over externe verbin-
dingen en de configuratie van de apparatuur met deze
systemen, zie par. "6.5 Bedrijfsmodus" en "7.1.1 Lijst
met apparaat parameters".
5.7.1.1 Externe verbinding
Voor de aansluiting op de digitale ingangen wordt de apparatuur
geleverd met een extra 6-aderige kabel die al is aangesloten op de
printplaat van de gebruikersinterface (in het apparaat). De afstands-
bedieningen naar mogelijke energiesystemen zijn de verantwoor-
delijkheid van de gekwalificeerde installateur (aansluitdozen,
klemmen en aansluitkabels).
De volgende afbeeldingen geven een voorbeeld van een externe
verbinding (fig. 24 en fig. 25) die niet langer mag zijn dan 3 m.
16