Inhoudsopgave
Advertenties
Zorg er bij de installatie van de luchtkanalen voor dat:
Ze niet op op het toestel rusten.
•
Onderhoudswerkzaamheden mogelijk zijn.
•
Er voldoende bescherming is om te voorkomen dat stoffen per
•
ongeluk in het toestel binnen kunnen dringen.
De aansluiting naar buiten met geschikte, niet brandbare
•
buizen gebeurt.
De totale equivalente lengte van de afvoerbuizen plus de
•
toevoerbuizen, inclusief roosters, niet meer is dan 12 m.
De onderstaande tabel geeft de equivalente lengtes van
•
verkrijgbare kanaalcomponenten bij de nominale luchtstroom
en 160 mm diameter.
Gladde
Gegevens
rechte buis
Type
Effectieve
1
lengte
Equivalente
1
lengte
Tijdens bedrijf zal de warmtepomp de temperatuur in
de ruimte waarin de afvoer uitmond verlagen, om dit te
voorkomen moet de afvoer naar buiten lopen.
Op de uitmondingen van lucht kanalen naar buiten
moet een geschikt beschermrooster worden geplaatst
om te voorkomen dat er vreemde voorwerpen in
het toestel kunnen binnendringen. Om maximale
product prestaties te garanderen, moet een rooster
worden gekozen met een laag drukverlies.
Isoleer de luchtkanalen met een dampdichte
thermische bekleding van voldoende dikte, om
condensvorming aan de buitenkant te voorkomen.
Installeer geluiddempers indien dit nodig wordt geacht
om hinder van luchtstromingsgeluid te voorkomen.
Voorzie de leidingen, wanddoorgangen en
aansluitingen op de warmtepomp van trillings-
dempende systemen.
Gladde
Rooster eenh.
bocht 90°
\
\
2
2
LET OP!: Als de warmtepomp lucht uit de woning haalt,
dan kan de gelijktijdige werking van een open
verbrandingstoestel (b.v. open haard) en de warmtepomp
een gevaarlijke onderdruk in de woning veroorzaken. Door
die onderdruk kunnen rookgassen in de woning terecht-
komen. Gebruik de warmtepomp daarom niet samen met
een open haard.
Gebruik alleen goed gekeurde gesloten kamerhaarden
met een aparte verbrandingsluchttoevoer.
5.3.1 Speciale installatie
Warmtepompboilers verlagen de temperatuur van de luchtstroom
aanzienlijk, meestal wordt de afgewerkte lucht daarom naar
buiten afgevoerd. Behalve dat de afvoerlucht kouder is dan de
omgevingslucht, is deze ook ontvochtigd, waardoor de
luchtstroom naar binnen kan worden gevoerd voor koeling in
de zomer van een specifieke ruimte of kamer.
Voor deze toepassing kan het afvoerkanaal in tweeën gesplitst
worden. Het ene kanaal voert naar buiten en het andere naar de te
m
koelen ruimte. In elk kanaal is een klep geïnstalleerd
("A" en "B"). Zie figuur 14 voor klepstanden bij zomer koeling van
m
een kamer en figuur 15 voor afvoer naar buiten.
12
Advertenties
Inhoudsopgave
