Pincode - de juiste pincode moet worden
•
ingevoerd om toegang te krijgen tot de
menustructuur van het product. Wanneer 5 keer
achter elkaar de verkeerde pincode wordt
ingevoerd, wordt het product enige tijd
vergrendeld. De vergrendeling wordt voor elke
nieuwe onjuiste poging verlengd.
Tijdsslot - het product wordt vergrendeld als de
•
pincode 30 dagen niet is ingevoerd. Voer de
pincode in om toegang te krijgen tot het product.
3.10.6.1 Het beveiligingsniveau instellen
Selecteer 1 van de beveiligingsniveaus voor uw product.
1.
Voer stappen 1-3 uit in
menu op pagina 24 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Beveiliging >
menustructuur
Beveiligingsniveau te doorlopen.
3.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om het
beveiligingsniveau te selecteren.
4.
Druk op de knop OK.
3.10.6.2 Beveiliging - Geavanceerd
Een nieuw lussignaal maken
Het lussignaal wordt willekeurig geselecteerd om een
unieke koppeling tussen het product en het laadstation
te creëren. In uitzonderlijke gevallen kan het nodig zijn
om een nieuw signaal te maken, bijvoorbeeld als twee
aangrenzende installaties signalen gebruiken die erg op
elkaar lijken.
1.
Plaats het product in het laadstation.
2.
Voer stappen 1-3 uit in
menu op pagina 24 .
3.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Beveiliging >
menustructuur
Geavanceerd > Nieuw lussignaal te doorlopen.
4.
Wacht op de bevestiging dat het lussignaal is
gemaakt. Dit duurt gewoonlijk ongeveer 10
seconden.
De pincode wijzigen
1.
Voer stappen 1-3 uit in
menu op pagina 24 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Beveiliging >
menustructuur
Geavanceerd > Pincode wijzigen te doorlopen.
3.
Voer de nieuwe pincode in.
4.
Druk op de knop OK.
5.
Voer de nieuwe pincode opnieuw in.
6.
Druk op de knop OK.
7.
Noteer de nieuwe pincode. Zie
3 .
1298 - 016 - 24.09.2021
Toegang krijgen tot het
Toegang krijgen tot het
Toegang krijgen tot het
Inleiding op pagina
3.10.7 Tuindekking en Maaien in een
doorgang
Als het werkgebied afgelegen delen bevat die via smalle
doorgangen met elkaar zijn verbonden, zijn de functies
Tuindekking en Maaien in een doorgang handig om alle
delen van het gazon goed te maaien. De functie
Tuindekking wordt gebruikt om het product te geleiden
naar verafgelegen delen van het werkgebied. De functie
CorridorCut wordt gebruikt voor het maaien van smalle
doorgangen. Er moet een geleidingsdraad geïnstalleerd
zijn om deze functies te kunnen gebruiken. U kunt
maximaal 3 afgelegen delen instellen.
Tuindekking volgt het product eerst de
Met de functie
geleidingsdraad, om deze vervolgens na een bepaalde
afstand te verlaten om het gazon te gaan maaien.
Maaien in een doorgang is geschikt voor het
De functie
maaien van smalle doorgangen met een breedte van 60
cm - 1.5 m / 23 inch - 4.9 ft. Het product beweegt in een
patroon om de doorgangsbreedte te bestrijken. Het
CorridorCut op de ingestelde afstand
product start met
van het laadstation. Wanneer het product het einde van
de smalle doorgang bereikt, gaat het product door met
het gazon op de normale wijze te maaien.
Gebied A, ongeveer 50%
Gebied B, ongeveer 30%
Gebied C, ongeveer 20%
A
3.10.7.1 Functie Tuindekking instellen
1.
Voer stappen 1-3 uit in
menu op pagina 24 .
2.
Gebruik de pijltoetsen en de knop OK om de
Instellingen > Tuindekking > Gebied
menustructuur
1-3 te doorlopen.
3.
Gebruik de pijltoets om het gebied te selecteren.
4.
Druk op de knop OK.
5.
Meet de afstand van het laadstation naar het begin
van het gebied. Meet langs de geleidingsdraad.
C
B
Toegang krijgen tot het
Installatie - 27