Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Volgorde Van Gegevensschermen Wijzigen; Waarschuwingen; Auto Lap; Automatische Slaapstand Gebruiken - Garmin EDGE EXPLORE Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor EDGE EXPLORE:
Inhoudsopgave

Advertenties

Volgorde van gegevensschermen wijzigen

1
Selecteer
> Segmentwaar..
2
Selecteer Gegevensschermen >
3
Selecteer een gegevensscherm.
4
Selecteer
of
.
5
Selecteer
.

Waarschuwingen

U kunt -waarschuwingen gebruiken om te trainen met specifieke
doelstellingen voor tijd, afstand, hartslag, cadans en calorieën.
Bereikwaarschuwingen instellen
Als u een optionele hartslagmeter of cadanssensor hebt, kunt u
bereikwaarschuwingen instellen. Een bereikwaarschuwing wordt
afgegeven wanneer het toestel een waarde meet die boven of
onder een opgegeven waardenbereik ligt. U kunt het toestel
bijvoorbeeld waarschuwingen laten geven als uw hartslag onder
90 bpm of boven 160 bpm komt
pagina
7).
1
Selecteer
> Segmentwaar. > Waarschuwingen.
2
Selecteer Hartslagwaarsch. of Cadanswaarschuwing.
3
Schakel indien nodig de waarschuwing in.
4
Selecteer de minimum- en maximumwaarde of selecteer
zones.
5
Selecteer indien nodig
Telkens als u boven of onder het opgegeven bereik komt, wordt
een bericht weergegeven. U hoort ook een pieptoon als
geluidssignalen zijn ingeschakeld
uitschakelen, pagina
11).
Een terugkerende waarschuwing instellen
Een terugkerende waarschuwing wordt afgegeven telkens
wanneer het toestel een opgegeven waarde of interval
registreert. U kunt bijvoorbeeld instellen dat het toestel u elke 30
minuten waarschuwt.
1
Selecteer
> Segmentwaar..
2
Selecteer Waarschuwingen.
3
Selecteer een waarschuwingstype.
4
Schakel de waarschuwing in.
5
Voer een waarde in.
6
Selecteer
.
Telkens als u de opgegeven waarde voor een waarschuwing
bereikt, wordt een bericht weergegeven. U hoort ook een
pieptoon als geluidssignalen zijn ingeschakeld
in- en uitschakelen, pagina

Auto Lap

®
Ronden op positie markeren
Met de functie Auto Lap kunt u de ronde automatisch markeren
op een bepaalde positie. Dit is handig als u uw prestaties tijdens
verschillende gedeelten van een rit wilt vergelijken (bijvoorbeeld
na een lange klim of na een sprint). Tijdens een koers kunt u de
functie Op positie gebruiken om een ronde te starten bij alle
rondeposities die voor de koers zijn vastgelegd.
1
Selecteer
> Segmentwaar..
2
Selecteer Automatische functies > Auto Lap > Auto Lap-
trigger > Op positie > Ronde bij.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Alleen bij druk. op ronde om de rondeteller te
activeren telkens als u
van deze locaties opnieuw passeert.
• Selecteer Start & ronde om de rondeteller te activeren op
de GPS-locatie waar u
tijdens de rit waar u
10
.
(Uw hartslagzones instellen,
.
(De toesteltonen in- en
(De toesteltonen
11).
selecteert en telkens als u een
selecteert en op elke locatie
selecteert.
• Selecteer Markeer en ronde om de rondeteller te
activeren op een specifieke GPS-locatie die u vóór de rit
hebt gemarkeerd en bovendien op elke locatie tijdens de
rit wanneer u
selecteert.
4
Pas zo nodig de rondegegevensvelden aan
gegevensscherm bewerken, pagina
Ronden op afstand markeren
Met de functie Auto Lap kunt u de ronde automatisch markeren
op basis van een bepaalde afstand. Dit is handig als u uw
prestaties tijdens verschillende gedeelten van een rit wilt
vergelijken (bijvoorbeeld om de 10 mijl of 40 km).
1
Selecteer
> Segmentwaar..
2
Selecteer Automatische functies > Auto Lap > Auto Lap-
trigger > Op afstand > Ronde bij.
3
Voer een waarde in.
4
Pas zo nodig de rondegegevensvelden aan
gegevensscherm bewerken, pagina
Ronden op tijd markeren
Met de functie Auto Lap kunt u de ronde automatisch markeren
op basis van een bepaalde tijd. Dit is handig als u uw prestaties
tijdens verschillende gedeelten van een rit wilt vergelijken
(bijvoorbeeld om de 20 minuten).
1
Selecteer
> Segmentwaar..
2
Selecteer Automatische functies > Auto Lap > Auto Lap-
trigger > Op tijd > Ronde bij.
3
Voer een waarde in.
4
Pas zo nodig de rondegegevensvelden aan
gegevensscherm bewerken, pagina

Automatische slaapstand gebruiken

U kunt de Autom. slaapstand functie gebruiken om automatisch
in de slaapstand te gaan na 5 minuten van inactiviteit. Tijdens
de slaapstand is het scherm uitgeschakeld en zijn de ANT+
sensors, Bluetooth en GPS niet verbonden.
1
Selecteer
> Segmentwaar..
2
Selecteer Automatische functies > Autom. slaapstand.

Auto Pause gebruiken

U kunt de functie Auto Pause
automatisch te onderbreken als u stopt met bewegen of
wanneer uw snelheid onder de opgegeven waarde komt. Dit is
handig als er verkeerslichten of andere plaatsen voorkomen in
uw route waar u langzamer moet fietsen of moet stoppen.
OPMERKING: De geschiedenis wordt niet vastgelegd wanneer
de timer is gestopt of gepauzeerd.
1
Selecteer
> Segmentwaar..
2
Selecteer Automatische functies > Auto Pause.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Zodra gestopt om de timer automatisch te
onderbreken wanneer u stopt met bewegen.
• Selecteer Aangepaste snelheid om de timer automatisch
te pauzeren wanneer uw snelheid onder een bepaalde
waarde komt.
4
Pas zo nodig optionele tijdgegevensvelden aan
gegevensscherm bewerken, pagina

Auto Scroll gebruiken

Met de functie Auto Scroll doorloopt u automatisch alle
schermen met trainingsgegevens terwijl de timer loopt.
1
Selecteer
> Segmentwaar..
2
Selecteer Automatische functies > Auto Scroll.
3
Selecteer een weergavesnelheid.
(Een
9).
(Een
9).
(Een
9).
®
gebruiken om de timer
(Een
9).
Uw toestel aanpassen

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave