Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Maaihoogte Instellen - Toro 53 cm Super Recycler Gebruikershandleiding

Loopmaaimachine
Verberg thumbnails Zie ook voor 53 cm Super Recycler:
Inhoudsopgave

Advertenties

Maaihoogte instellen

Het SmartWheel
heeft twee schalen: dun/normaal en dik,
om de beste maaihoogte-instelling voor elke situatie te
bepalen (Fig. 17). Gebruik normaal gesproken de schaal
dun/normaal tijdens de warme zomermaanden. De schaal
dik is voor het dikke, malse gras dat voornamelijk in de
lente groeit.
1
Figuur 17
1. Maaischaal voor
dun/normaal gras
Toro adviseert het volgende:
Maai met instelling D, E of F, of houd het gras op een
lengte van ongeveer 5,1 tot 7,6 cm.
Maai niet met een stand lager dan D, tenzij de grasmat
dun is, of als het laat in het najaar is wanneer het gras
langzamer begint te groeien. Maai lang gras eerst met
een hogere maaihoogtestand en loop langzamer; maai
daarna nogmaals met een normale maaihoogte. Door
het maaien van te hoog gras kan de maaimachine
verstopt raken en de motor afslaan.
Note: Met het SmartWheel berekent u de juiste instelling
om zeker te zijn dat niet meer dan 1/3 van de grassprieten
worden afgesneden.
Danger
Bij het afstellen van de maaihoogtehendels kunnen
uw handen in aanraking komen met een bewegend
mes. Dit kan ernstig lichamelijk letsel veroorzaken.
Zet de motor af en wacht tot alle bewegende
delen stilstaan voordat u de maaihoogte instelt.
Geen vingers onder de maaikast steken bij het
instellen van de maaihoogte.
2
2. Maaischaal voor dik gras
12
1. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende delen
tot stilstand gekomen zijn.
2. Rijd de maaimachine op het gras, stop zodra het
SmartWheel symbool op één van de achterwielen
rechtop staat (Fig. 17).
3. Vergelijk de punten van de grassprieten met de letter op
het SmartWheel. De letter op het SmartWheel die over-
eenkomt met de punten van de grassprieten geeft de
juiste maaihoogte aan.
4. Druk de maaihoogtehendel tegen het wiel en zet deze in
de instelling met de corresponderende letter op de
maaikast (Fig. 18).
Figuur 18
1. Maaihoogte
Note: Om de instelling te vergemakkelijken, kunt u de
maaikast optillen, zodat het wiel vrij van de grond komt.
Plaats uw vingers niet onder de maaikast als u de
machine optilt.
5. Controleer of de pen op de instelhendel in de sleuf in de
maaikast zit.
6. Zorg ervoor dat alle wielen dezelfde instelling (letter)
hebben.
Note: De voorwielen kunnen worden ingesteld tot 13 mm.
Zet de maaihoogtehendel voorbij stand A en laat de pen in
de sleuf in de maaikast vallen.
A = 25 mm
B = 38 mm
C = 51 mm
D = 64 mm
E = 76 mm
788

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

2078320784Super recycler 53

Inhoudsopgave