Note: Als de temperatuur 13 C of lager is, druk dan de
hulpstartknop vijf maal in, met steeds een seconde
daartussen.
Note: Gebruik de hulpstartknop niet om een warme motor
die maar kort heeft uitgestaan weer te starten. Bij koud
weer kan echter gebruik van de hulpstartknop ook in die
situatie nodig zijn.
3. Houd de bedieningsstang van het maaimes tegen het
bovendeel van de handgreep (Fig. 14).
2
3
Figuur 14
1. Bedieningsstang
maaimes
4. Start de maaimachine.
Handmatig starten—Trek de startkoord langzaam uit
totdat u weerstand voelt, daarna krachtig uittrekken
(Fig. 12). Laat het koord langzaam naar de handgreep
terugkeren.
Elektrisch starten (Uitsluitend model met elektrische
startmotor)—Het sleuteltje in het contact steken. Draai
het contactsleuteltje naar rechts en laat dit los zodra de
motor aanslaat (Fig. 15).
Figuur 15
Note: Als de accuspanning te laag is om de motor te
starten, moet u de motor handmatig starten.
Note: Wil de motor na drie pogingen niet starten, herhaal
dan de stappen 2 tot en met 4.
1
m-4207
2. Bovenste handgreep
3. Handgreep startkoord
11
Motor afzetten
Laat de bedieningsstang van het maaimes los. Zowel de
motor als het mes moeten nu stoppen. Doen ze dat niet,
neem dan contact op met een erkende Service Dealer.
Zelfaandrijving gebruiken
Om de zelfaandrijving te activeren, loopt u eenvoudig
vooruit met uw handen op het bovenste deel van de hand-
greep en uw ellebogen naast uw lichaam en de maai-
machine richt zich automatisch naar uw loopsnelheid. Hoe
harder u loopt, hoe verder de handgreep schuift, en hoe
sneller de maaimachine rijdt (Fig. 16).
Figuur 16
Voor een lagere snelheid gaat u gewoon langzamer lopen;
als u stopt, stopt ook de aandrijving (Fig. 16).
Note: Soms kan het gebeuren dat de maaimachine niet
meer gemakkelijk achteruit wil rollen nadat u de zelf-
aandrijving heeft gebruikt. Om dat te verhelpen, duwt u de
maaimachine een paar centimeter vooruit zonder de zelf-
aandrijving te activeren, en trekt u hem daarna weer
achteruit.
m-4206