ALARMEN
Aan de hand van de onderstaande tabel kunt u
storingen die tijdens het bedrijf van het toestel
optreden, opsporen en verhelpen.
Type
Beschrijving van de storing
signaal
Algemeen alarm.
VENTILATOR spannings-/snel-
heidslimieten overschreden.
Temperatuursensor defect
D e f e c t e v o c h t i g h e i d s - /
AUTO
CO2-sensor
Vervanging van de filters
Storing elektrische ontdooi-
weerstand
VORST
Antivriesalarm
Fout T-EP controller
Opmerkingen/remedie
Aanwezig bij elke storing
Het is aanbevolen om het menu Read te openen en de
bedrijfsparameters van de VENTILATOR te controleren
en op te sporen welke VENTILATOR niet werkt
De code van de defecte sensor verschijnt naast het
thermometerpictogram. In het menu Read levert de
defecte sensor geen uitleeswaarden meer.
Het is aanbevolen om het menu Read te openen, de
sensorgegevens te controleren en op te sporen welke
sensor defect is.
Vervang de filters van het toestel.
Controleer de thermostaat voor reset van de weerstand;
Controleer de elektrische aansluitingen;
Het is aanbevolen om het menu Read te openen, de
sensorgegevens te controleren en op te sporen welke
sensor defect is
ZIE SCHEMA ANTIVRIESBESCHERMINGSCIRCUIT
Het alarm FROST reset automatisch. Om te storing te
melden, blijft de tekst FROST in het uurveld knipperen
tot technische ondersteuning wordt geboden.
Controleer de elektrische aansluitingen tussen de con-
troller en het voedingsbord van het toestel.
Nederlands
Aantal knip-
peringen
led DL3
/
4
2
6
1
3
/
7
53