FUNCTIES IN DETAIL
Uitsluitend door de installatietechnicus
of gekwalificeerd personeel te gebruiken.
• "
AUto
" AUTOMATISCHE VENTILATIE-
MODUS MET VOCHTSENSOR
De ventilatorsnelheid wordt ingesteld op basis van het
interval met betrekking tot de relatieve omgevings-
vochtigheid die door de sensor wordt gedetecteerd.
Als de omgevingsvochtigheid compatibel is met het
omgevingscomfort (meestal tussen 25% en 50%),
dan is een speciale regeling voor luchtuitwisseling
niet nodig en kan de gebruiker de snelheid van de
ventilatoren regelen zoals in de handmatige modus.
Als de omgevingsvochtigheid tijdelijk het comfortbe-
reik van de omgeving overschrijdt, dan schakelt een
automatische regelmodus met variabel debiet in om
de gewenste vochtigheidsgraad in de omgeving te
realiseren.
De streefwaarde wordt door het systeem continu
berekend als een daggemiddelde van de omgevings-
vochtigheid. Op deze manier reageert het systeem
automatisch om zoveel mogelijk de comfortcondities
te herstellen die verloren zijn gegaan als gevolg van
een uitzonderlijke gebeurtenis, zoals stoomproduc-
tie veroorzaakt door een warme douche of een pan
tijdens het koken.
In de automatische regelmodus met variabel de-
biet kan de gebruiker de ventilatorsnelheid op
elk moment handmatig wijzigen, indien nodig.
De automatische modus wordt hersteld bij de eerst-
volgende significante wijziging van de omgevings-
vochtigheid.
Maar als de slechte comfortcondities blijven bestaan,
betekent dit dat de droge of hoge luchtvochtigheid
niet te wijten is aan uitzonderijke en tijdelijke gebeur-
tenissen, maar afhankelijk is van barre weersomstan-
digheden, zoals wintervorst of extreme hitte.
In deze extreme omstandigheden stelt de automati-
sche modus de ventilator in op minimumsnelheid, om
de binnenomgeving zoveel mogelijk af te scheiden
van de buitenomgeving en tegelijkertijd het comfort
binnenshuis te behouden.
De snelheid waarmee het toestel in het geval van een
uitermate droge omgeving draait, kan door de instal-
lateur worden gewijzigd door de parameter "
in het PAr-menu te openen.
De noodmodus voor een uitermate vochtig klimaat
is doeltreffend als er een airconditioningsysteem met
ontvochtiging aanwezig is. In dit geval is het mogelijk
om deze functie in te schakelen via de parameter HrHis.
• ANTIVRIESFUNCTIE
Zonder voorverwarming
•
Indien de als accessoire beschikbare elektrische
antivriesweerstand in kanalen niet wordt gebruikt,
dan beschikt het toestel over een preventief wer-
kende logica die de aanzuigventilator minimaal 10
minuten per uur laat draaien als de temperatuur
onder -5°C zakt.
Bovendien stopt het toestel automatisch
temperatuur onder -10°C zakt en er verschijnt een
waarschuwing ("FRST") op het controledisplay.
OPMERKING: Wanneer het vorstalarm wordt ge-
activeerd, schakelt het toestel uit (OFF) en start het
automatisch weer op wanneer de kritieke klimato-
logische toestand verdwijnt.
Met modulerende elektrische voorver-
•
warming
Als het toestel wordt geïnstalleerd in een koude
omgeving, raden wij aan
om de als accessoire beschikbare externe elek-
trische antivriesweerstand in kanalen te gebrui-
ken en op het inlaatsysteem voor verse lucht te
installeren.
De elektrische weerstanden die beschikbaar zijn
voor de toestellen, verwarmen de toevoerlucht
naar de warmtewisselaar om bevriezing te voor-
komen van de vochtige lucht die wordt afgezogen
en vervolgens wordt afgevoerd door de warmte-
wisselaar in het tegenovergestelde circuit.
Concreet: als de temperatuur van de verse lucht
onder de kritische waarde zakt, wat het risico van
bevriezing van de uitgeblazen lucht met zich mee-
brengt, schakelt de weerstand in en moduleert
hij de warmteafgifte om de temperatuur van de
uitgeblazen lucht binnen het gewenste fluctua-
tiebereik te houden.
De als accessoire verkrijgbare elektrische weer-
stand is gekozen om de minimale condities
van binnencomfort in stand te houden bij
buitentemperaturen tot -10°C en om de de-
generatieve vorming van ijs te voorkomen bij
afvoer naar buiten bij temperaturen tot -15°C.
"
ErHS
De elektrische weerstand is uitgerust met een
veiligheidsthermostaat die het toestel uitscha-
kelt in geval van ongecontroleerde verwarming.
Indien de weerstand niet start, zal het toestel
uitgeschakeld worden als de temperatuur van de
toevoerlucht onder de 5°C daalt.
Nederlands
"FrSt"
als de
45