Nederlands
T-EP AFSTANDSBEDIENING
•
INLEIDING
Dit toestel is ontworpen voor het op afstand bedienen
van geregelde mechanische ventilatietoestellen.
Op het bedieningspaneel verschijnt een be-
ginscherm met toegang tot twee submenu's:
1. GEBRUIKER Instelmenu waar de
gebruiker de mogelijkheid heeft om de bedrijfs-
modus te selecteren en
de klok in te stellen;
2. TECHNICUS Instelmenu waar de installatie-
technicus de mogelijkheid heeft om het debiet
te kalibreren, de standaardbedrijfsparameters van
het toestel te wijzigen, de functies in te stellen en
de bedrijfstoestand te bewaken.
Op het beginscherm kan de gebruiker alarmmel-
dingen zien en waarden van de omgevingstem-
peratuur en vochtigheid uitlezen.
Het instelmenu GEBRUIKER biedt deze opties:
1. Handmatige selectie van vooraf ingestelde
ventilatiesnelheid:
a) Partymodus- intensieve, getimede ventilatie
b) Vakantiemodus - permanente of aangepaste
ventilatie om schimmel te voorkomen
2. Activering/deactivering van de Automatische
modus.
Een pictogram geeft aan dat de "Automatische
modus" geactiveerd is.
3. Aangepaste selectie van het gewenste debiet
in handmatige modus:
a) 100% - nominale ventilatie (standaard)
b) 70% - verminderde ventilatie ('s nachts)
c) 45% - vochtigheidsregeling voor omgevingen
met hoge vochtigheidswaarden
c) 25% - vochtigheidsregeling voor omgevingen
met lage vochtigheidswaarden
30
4. Individuele activering van vrije-koelingmodus.
5. Weekprogramma
Het BEGINSCHERM biedt de volgende opties:
1. Aanduiding dat het weekprogramma
tiveerd is.
2. Het voorverwarmingspictogram geeft aan dat
antivriesmodus geactiveerd is.
3. Een getimed waarschuwingspictogram wordt
geactiveerd om aan te geven dat de filters vervan-
gen horen te worden.
DAY
4. Een bypasspictogram geeft aan dat de vrije-koe-
lingmodus geactiveerd is.
Het menu TECHNICUS biedt de volgende opties:
1. Mogelijkheid tot bevestigen of bewerken van
de bedrijfsparameters en -functies.
2. De bedrijfsomstandigheden bewaken.
3 . D e n o m i n a l e d e b i e t w a a r d e n v o o r
de k alibratie van ventilatoren instellen.
4. Invoer en selectie van het weekprogramma dat
beschikbaar is voor de gebruiker.
5. Configuratie van droge contacten, relais en
Modbus-parameters.
4
De 4 weekprogramma's kunnen door de installatietechnicus
worden ingesteld, en nog eens 4 weekprogramma's kunnen
volgens de specifieke behoeften van de gebruiker worden
ingesteld.
Via het menu met gebruikersinstellingen kan de gebruiker het
weekprogramma dat door de installatietechnicus is geconfigu-
reerd, in- of uitschakelen.
geac-
4
Weergave
temperatuur
binnenlucht
°C