Nederlands
• DGTO DIGITAAL UITGANGSSIGNAAL
CONFIGUREREN
Er zijn drie configuraties beschikbaar voor het
beheren van het digitale uitgangssignaal:
• Functie "COnS" (standaard) - digitaal signaal
voor ON/OFF
• Functie "Post" - nabehandeling met hydroni-
sche
spoel
• Functie "PrE" - antivries-voorbehandeling met
hydronische spoel
In het hoofdmenu, open het menu "TECH" en
druk op de toets "+" om het menu "DGto" weer
te geven.
Druk op "Enter" om te bevestigen.
Gebruik de toets "+", selecteer de functie COnS,
Post of PrE.
Bevestig de geselecteerde functie met de toets
"Enter".
dGto
ENTER
24
ConS
ENTER
Post
ENTER
PrE
ENTER
• GEGEVENSTRANSMISSIESNELHEID
VAN SERIËLE POORT RS485-A
CONFIGUREREN
Afhankelijk van de specificaties op het Mod-
bus-bewakingssysteem dat gekoppeld is aan het
voedingsbord, zijn er twee verschillende confi-
guraties beschikbaar voor het instellen van de
gegevensuitwisselingssnelheid via seriële poort
RS485-A:
• "Std" (standaard) - 9600 bps
• "UP" - 38400 bps
In het hoofdmenu, open het menu "TECH" en druk
op de toets "+" om het menu "Nbsp" weer te geven.
Druk op "Enter" om te bevestigen.
Gebruik de toets "+", selecteer de functie Std
of UP. Bevestig de geselecteerde functie met de
toets "Enter".
NbsP
ENTER
• ADRES VAN HET SERIËLE NETWERK
INSTELLEN
Het is belangrijk om er bij het instellen van een
Modbus-netwerk voor te zorgen dat elk toestel
een uniek adres heeft, zodat de software het toe-
stel kan herkennen en beheren.
Het is belangrijk dat de verschillende toestellen
in hetzelfde netwerk niet hetzelfde adres toege-
wezen krijgen.
Het adresnummer wordt ingesteld met de functie
"NbAd".
In het hoofdmenu, open het menu "TECH" en druk
op de toets "+" om het menu "NbAd" weer te geven.
Bevestig met de toets "Enter".
Gebruik de toets "+", selecteer het adresnummer
dat aan het toestel moet worden gekoppeld.
Bevestig de selectie met de toets "Enter".
NbAd
ENTER
std
ENTER
Up
ENTER
1
ENTER