4. Instellingen van focus, helderheid (belichting) en kleurtoon
De positie van de AF-zone met de joystick specificeren
Toepasbare modi:
1
Selecteer het menu.
>
MENU
[D.FOCUS Movement]
2
Geef het opnamescherm weer en beweeg de joystick
3/4/2/1 om de AF-zone te bewegen.
• Om de persoon of het oog te specificeren waarop scherp
gesteld moet worden als [š] ([Gezicht/ogen detecteren])
gebruikt wordt, moet ongeacht welke van de AF-zones die
op dat moment menselijke onderwerpen aanduiden
uitgelijnd worden op de gewenste persoon of op het
gewenste oog. Voor iedere positie waarin geen persoon of oog aanwezig is, zal een
AF-zone ingesteld worden die op dezelfde manier werkt als [Ø].
• U kunt de grootte van de AF-zone ook regelen door aan de
modusknop op de voorkant/achterkant te draaien.
• Druk op de joystick om tussen de fabrieksinstelling van de
positie van de AF-zone en de positie die u ingesteld heeft
te schakelen.
De vergrote weergave zal verschijnen als [
ingesteld is.
3
Druk de sluiterknop tot halverwege in om het in te
stellen.
• Druk op de joystick terwijl het opnamescherm
weergegeven wordt om tussen de fabrieksinstelling van de
positie van de AF-zone en de positie die u ingesteld heeft
te schakelen.
[Voorkeuze] >
[Bediening] > [Instelling Joystick] >
] ([Spot])
98