10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie
Verzenden van beelden naar een smartphone/
tablet
Voorbereiding:
• Installeer van tevoren "Image App".
1
Selecteer het menu.
>
MENU
[Afbeeldingen versturen tijdens opname] of [Afbeeldingen
versturen van camera] > [Smartphone]
2
Selecteer [Via netwerk] of [Direct] en maak de verbinding.
Op uw smartphone
Wanneer u verbindt met [Via netwerk]:
1 Schakel de Wi-Fi-functie in.
2 Selecteer het draadloze toegangspunt waarmee u verbinding wilt maken en
stel in.
3 Start "Image App".
Wanneer u verbinding maakt met [WPS-verbinding] in [Direct]:
1 Start "Image App".
Wanneer u verbinding maakt met [Handmatig. verbinden.] in [Direct]:
1 Schakel de Wi-Fi-functie in.
2 Selecteer de SSID die overeenkomt met de SSID die weergegeven wordt op
het scherm van dit toestel.
3 Start "Image App".
3
Selecteer een apparaat waarmee u verbinding wilt maken.
4
Kijk de verzonden instellingen na en selecteer [Inst.].
• Om de verzonden instelling te veranderen, drukt u op [DISP.].
5
Wanneer [Afbeeldingen versturen tijdens opname] geselecteerd is
Maak foto's.
Wanneer [Afbeeldingen versturen van camera] geselecteerd is
Selecteer de opname.
In deze gevallen niet beschikbaar:
• Als [Autom. overzetten] in [Bluetooth] op [ON] gezet is, is [Wi-Fi-functie] niet beschikbaar.
(P286)
[Set-up] > [Wi-Fi] > [Wi-Fi-functie] > [Nieuwe verbinding] >
(P306)
(P307)
308
(P320)
(P307)