9. De menufuncties gebruiken
>
[Voorkeuze] >
MENU
[Q.MENU]
Als u [CUSTOM] selecteert, kunt u de instellingen van het Snelmenu zelf aanpassen.
(P58)
[Instelling Vergrendeling]
Stelt de bedieningsfuncties in die uitgeschakeld moeten worden met de functieknop
[Vergrend. Bediening].
[Cursor]
[Joystick]
[Touch scherm]
[DISP.-knop]
[Videotoets]
Stelt de bewegende beeldknop in/buiten werking.
[Touch inst.]
Schakelt de bediening door aanraking in/uit.
[Touch scherm]
[Touch tab]
[Touch AF]
[Touchpad AF]
[Bediening]
Schakelt de functies van de cursorknoppen, de [MENU/SET]-knop en de
bedieningsknop uit.
Schakelt de functies van de joystick uit.
Schakelt de aanraakfuncties van het aanraakpaneel uit.
Schakelt de functies van de [DISP.]-knop uit.
Alle aanraakhandelingen.
De bediening van de tabs, zoals [ ] op de rechterkant van het scherm.
De bediening om het onderwerp dat u aanraakt scherp te stellen ([AF]) of
de focus en de helderheid ([AF+AE]) an te passen.
Bediening om de AF-zone te verplaatsen door de monitor aan te raken, als
de zoeker in gebruik is.
(P99)
241
(P100)