10. Gebruik van de Wi-Fi/Bluetooth-functie
Bij het automatisch overzetten van de opgenomen beelden naar een
smartphone
Vereiste draadloze verbinding:
De camera zet de opgenomen beelden automatisch over naar een Bluetooth-verbonden
smartphone via Wi-Fi.
1
Maak een Bluetooth-verbinding met de smartphone.
2
Selecteer het menu van de camera.
>
MENU
• Als een bevestigingsscherm op de camera weergegeven wordt waarin u gevraagd wordt
de Wi-Fi-verbinding te beëindigen, selecteer dan [Ja] om die te beëindigen.
3
Selecteer op de smartphone [JA] (Android apparaten) of [Wi-Fi-setup] (iOS
apparaten).
• Wanneer de camera automatisch een Wi-Fi-verbinding maakt.
– (iOS apparaten) Volg het bericht op het scherm van de smartphone om het verbonden
apparaat op het Wi-Fi-instellingenscherm te veranderen.
4
Controleer de verzonden instellingen op de camera en selecteer [Inst.].
• Om de verzonden instelling te veranderen, drukt u op [DISP.].
• De camera zal een modus binnengaan waarin hij de beelden automatisch kan overzetten
en [
] zal weergegeven worden op het opnamescherm.
5
Foto's maken met de camera
• Terwijl een bestand verzonden wordt, wordt [
• Als [Autom. overzetten] op [ON] gezet is, kan [Wi-Fi-functie] in [Wi-Fi] in het
[Set-up]-menu niet gebruikt worden.
• Als de instellingen van [Bluetooth] en [Autom. overzetten] van de camera op [ON] staan, maakt
de camera automatisch verbinding met de smartphone via Bluetooth en Wi-Fi wanneer u de
camera inschakelt. Start de "Image App" om verbinding met de camera te maken.
De camera zal een modus binnengaan waarin hij de beelden automatisch kan overzetten en
[
] zal weergegeven worden op het opnamescherm.
• Als [
] op het opnamescherm niet weergegeven wordt, kunnen de beelden niet automatisch
overgezet worden.
Controleer de status van de Wi-Fi-verbindingen met de smartphone.
Bluetooth
[Set-up] > [Bluetooth] > [Autom. overzetten] > [ON]
Wi-Fi
(P287)
] weergegeven op het opnamescherm.
298
(P307)