PUNTEN VOOR HET OPSPOREN VAN STORINGEN
PROBLEEM
De motor blijft
1. Defect bestuurdersveiligheid aanwezigheids-
draaien wanneer
de bestuurder de
zitting verlaat met
hulpstuk
Slecht maai-
1. Versleten, gebogen of los mes.
resultaat - ongelijk
2. Maaidek niet waterpas.
3. Verzameling gras, blad en vuil onder de maaier.
4. Gebogen snijbehuizing.
5. Verstopte ventilatiegaten maaidek door verzame-
1. Koppelingsmechanisme geblokkeerd.
Messen van de
2. Versleten/beschadigde aandrijfriem maaier.
maaier draaien
3. Bevroren geleidepoelie.
niet
4. Bevroren snijbehuizing.
1. Motorsnelheid te laag.
Slechte gras
2. Rijsnelheid te snel.
uitworp
3. Nat gras
4. Maaidek niet waterpas.
5. Lage/ongelijke bandenspanning.
6. Versleten, gebogen of los mes.
7. Verzameling gras, blad en vuil onder de maaier.
8. Aandrijfriem maaier versleten.
9. Messen niet juist geïnstalleerd.
10. Onjuiste messen gebruikt.
11. Verstopte ventilatiegaten maaidek door verzame-
1. Slechte accucel(len).
Accu laadt niet op
2. Slechte kabelaansluitingen.
3. Defecte regelaar (indien daarmee uitgerust).
4. Defecte wisselstroomdynamo.
1. IZT bypass-stangen in bypass-stand.
Verlies van
aandrijving
2. IZT riem versleten, beschadigd of gebroken.
1. De gashendel van de motor heeft niet 30
Motor geeft
"naontsteking"
wanneer de motor
wordt uitgezet
OORZAAK
controlesysteem
ling van gras, blad en vuil rond snijbehuizing.
ling van gras, blad en vuil rond snijbehuizing.
seconden op de stand "LANGZAAM" gestaan,
voordat de motor werd gestopt.
MAATREGEL
1. Controleer bedrading, schakelaars en verbindin-
gen. Indien niet opgelost, neem contact op met
een erkend servicecentrum/werkplaats.
1. Vervang mes. Zet de mesbout vast.
2. Lijn maaidek uit.
3. Maak de onderkant van het maaihuis schoon.
4. Vervang snijbehuizing.
5. Maak de snijbehuizing schoon om de ventilatie-
gaten te openen.
1. Haal de blokkade weg.
2. Vervang de aandrijfriem maaier.
3. Vervang de geleidepoelie.
4. Vervang snijbehuizing.
1. Plaats de gashendel in de "SNEL"-stand.
2. Ga over naar lagere snelheid.
3. Laat het gras drogen voor u gaat maaien.
4. Lijn maaidek uit.
5. Controleer banden op de juiste spanning.
6. Vervang/slijp mes. Zet de mesbout vast.
7. Maak de onderkant van het maaihuis schoon.
8. Vervang de aandrijfriem maaier.
9. Plaats de messen overnieuw scherpe rand naar
beneden.
10. Vervangen met messen die in deze handleiding
staan.
11. Maak de snijbehuizing schoon om de ventilatie-
gaten te openen.
1. Vervang accu.
2. Controleer/maak alle aansluitingen schoon.
3. Vervang regelaar.
4. Vervang wisselstroomdynamo.
1. Plaats de IZT bypass-stangen in "ingescha-
kelde" stand bij rijden.
2. Vervang de IZT-riem.
1. Beweeg de gashendel naar de stand "LANG-
ZAAM" en laat 30 seconden stationair lopen
voor u de motor stopt.