Pagina 1
Gebruiksaanwijzing CZE 4818 Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik Nederlands de machine niet voor u alles duidelijk heeft begrepen.
Pagina 2
Gefeliciteerd met de aankoop van uw HUSQVARNA maaier. De maaier is ontworpen, geconstrueerd en geproduceerd om u de grootste mogelijke betrouwbaarheid en prestaties te geven. Deze handleiding is gemaakt voor de eigenaren en bedieners van de modellen die op het voorblad van deze handleiding staan.
SYMBOLEN EN PLAATJES Achteruit Neutraal Langzaam Choke Snel Waarschuwing Gevaar Brandstof Voorzichtig Ontsteking Maaidek Maaidek uitgeschakeld ingeschakeld Parkeerrem Stop Start Lopen Ga hier niet staan Trek of duw de maaier niet, Zet geen druk op de rijhendels. tenzij u de IZT (Intergraded Lees de bedieningshandleiding.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Veiligheidsinstructies Deze instructies zijn voor uw eigen veiligheid. Lees ze zorgvuldig door. WAARSCHUWING! Dit symbool betekent dat belangrijke veiligheidsinstructies moeten worden benadrukt. Het betreft uw veiligheid. Algemeen gebruik • Lees alle instructies in deze bedieningshandleiding en op de machine voordat u de machine start.
Pagina 6
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Wees zorgvuldig wanneer u rond vaste WAARSCHUWING! voorwerpen rijdt, zodat de messen ze niet raken. Rij nooit over vreemde voorwerpen Uitlaatgassen van de motor en heen. bepaalde voertuigonderdelen bevatten of stoten chemicaliën • Gebruik de machine alleen bij daglicht of uit waarvan men denkt dat ze andere goed verlichte omstandigheden.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Op hellingen rijden Op hellingen rijden is een van de momenten waarop het risico het grootst is dat de bestuurder de controle verliest of dat de machine kantelt, hetgeen kan leiden tot ernstig letsel of overlijden. Alle hellingen vragen om extra voorzichtigheid. Wanneer u niet achteruit een helling op kunt of u voelt zich onzeker, maai de helling dan niet.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES Kinderen • Ernstige ongelukken kunnen ontstaan wanneer u niet goed let op kinderen in de buurt van de machine. Kinderen worden vaak aangetrokken tot de machine en het maaiwerk. Ga er nooit vanuit dat kinderen op de plaats blijven waar u ze het laatst zag. •...
Pagina 9
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Geef de motor tijd om af te koelen voordat u tankt. Niet roken. Vul geen brandstof bij in de buurt van vonken of open vuur. • Wanneer lekkage optreedt in het WAARSCHUWING! brandstofsysteem, mag de motor niet worden gestart tot het probleem is opgelost.
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES • Gebruik de machine nooit binnenshuis of in ruimtes zonder goede ventilatie. De uitlaatgassen bevatten koolmonoxide, een geurloos, giftig en dodelijk gas. • Stop en inspecteer de apparatuur wanneer u over iets of tegen iets aanrijdt. Voer, indien nodig, een reparatie uit voor de start. •...
MONTAGE Uw nieuwe maaier is in de fabriek geassembleerd met uitzondering van de delen die vanwege verzenddoeleinden niet in elkaar gezet. Om te zorgen voor een veilige en juiste bediening van uw maaier, moeten alle onderdelen en hardware die u in elkaar zet, stevig worden vastgezet. Gebruik het juiste gereedschap dat nodig is om de goede dichtheid te krijgen.
MONTAGE DE MAAIER VAN DE PALLET RIJDEN (Zie Afstellingen kunnen nodig zijn om een uniforme het hoofdstuk Bediening voor plaats en positie van de besturingshendel te krijgen. Zie functie van de bedieningshendels) het hoofdstuk ”Service en Afstellen” in deze handleiding. LET OP:U kunt de maaier nu van de pallet rollen WAARSCHUWING of rijden.
MONTAGE BANDENSPANNING CONTROLEREN Een goede bandenspanning is belangrijk voor de beste maaiprestaties. • Controleer de bandenspanning en stel dienovereenkomstig af. Kijk bij het hoofdstuk ”SPECIFICATIES” in deze handleiding. CHECKLIST WIJ VERZOEKEN U DE VOLGENDE CHECKLIST TE BEKIJKEN • Alle montage-instructies zijn uitgevoerd •...
BEDIENING BEDIENINGEN CZ-5 CZ-3 CZ-6 CZ-10 FIGUUR 3 1. PTO SCHAKELAAR – Gebruikt om de 6. IZT (Integraded Zeroturn Transaxle) messen in of uit te schakelen. BYPASS-STANGEN – Passeren de IZT’s wanneer de maaier wordt geduwd of 2. VOETPEDAAL – Gebruikt om op te tillen, te getrokken.
BEDIENING DE GASHENDEL GEBRUIKEN (Zie fig. 3) HOE U UW MAAIER MOET GE- BRUIKEN Gebruik de motor altijd met vol gas. De gas- hendel is voorzien van een chokepal. Wanneer u de gashendel helemaal naar voren drukt, zal DE PARKEERREM AANTREKKEN de motor gaan choken.
BEDIENING LET OP: Om te gaan bewegen moet de bestuurder op de stoel zitten en moet de VOORUIT ACHTERUIT parkeerrem uitgeschakeld zijn voordat de besturingshendels uit neutraalstand kunnen komen of de motor zal stoppen. fig. 4 en 4A. Door de hendels evenveel naar voren of naar achteren te bewegen zal de machine in een BESTURINGS HENDEL...
BEDIENING ANTI-SCALP VOET PEDAAL LIFT HOOGTE PLAAT CZ-8 CZ-9 FIGUUR 6 FIGUUR 5 DE MAAIER BEDIENEN AFSTELLEN VAN DE ANTI-SCALP Uw maaier is uitgerust met een ROLLEN (Zie Figuur 6) aanwezigheidssysteem voor de bestuurder. Wanneer de motor loopt, zal iedere poging van De anti-scalp rollen zijn goed bevestigd wanneer de bestuurder om de zitting te verlaten zonder ze net boven de grond zijn wanneer het maaidek in...
Pagina 19
BEDIENING • De laagst mogelijke snelheid moet worden gebruikt om helling op of helling af te starten. • Vermijd het te stoppen of de snelheid te wijzigen op heuvels. • Wanneer het absoluut noodzakelijk is om te stoppen, trekt u de rijhendels naar IZT BYPASS neutraalstand en u drukt ze buiten de VERBINDINGSSTANG...
BEDIENING VOOR U DE MOTOR START VOORZICHTIG Uit ervaring weten we dat met alcohol ge- MOTOROLIEPEIL CONTROLEREN mengde brandstoffen (gasohol genaamd of • De motor in uw maaier is af fabriek met ethanol of methanol) vocht aantrekken gevuld met 10W-30 motorolie. wat leidt tot separatie en de vorming van •...
Pagina 21
BEDIENING LET OP: Voor u start moet u onderstaande MAAITIPS procedures voor een warme en koude start lezen. • Het maaidek moet goed zijn uitgelijnd • Steek de sleutel in het ontstekingsslot en voor de beste maairesultaten. Zie ”MAAI- draai de sleutel met de klok mee naar de DEK UITLIJNEN”...
VERANTWOORDELIJKHEDEN KLANT ONDERHOUDSSCHEMA Voor ALTIJD ieder Voor gebruik 8 Uren 25 Uren 50 Uren 100 Uren Seizoen Stalling Controleer de remwerking Controleer de bandenspanning Controleer de bestuurderaanwezigheid en Interlock systemen Controleer op losse bevestigingen Scherp/Vervang maaimessen Smeerschema Controleer accupeil Maak accu en polen schoon Controleer V-snaren Controleer peil van de motorolie Vervang motorolie (met oliefilter)
VERANTWOORDELIJKHEDEN KLANT SMEERSCHEMA LET OP: Om banden te plakken en platte banden vanwege langzame lekken te voorkomen, kunt u bandenplakmiddel kopen bij uw lokale onderdelendealer. Bandenplakmiddel voorkomt ook uitdroging en corrosie van de banden. AANWEZIGHEIDSSYSTEEM BE- STUURDER Wees er zeker van dat het bestuurdersaan- wezigheids- en interlocksysteem goed werken.
VERANTWOORDELIJKHEDEN KLANT • Het mes kan worden gescherpt met een vijl BELANGRIJK: OM TE ZORGEN VOOR of een schuurtol. Probeer het niet te scher- GOEDE MONTAGE MOET HET MIDDENGAT IN pen als het mes nog op de maaier zit. HET MES UITGELIJND ZIJN MET DE STER OP •...
VERANTWOORDELIJKHEDEN KLANT • Plaats het andere eind van de slang door het LET OP: Probeer geen deksels of kleppen te gat met een diameter van 5 cm aan de openen of verwijderen. Het bijvullen van linkerkant van het achterdek. accuzuur of het peil controleren is niet nodig. •...
VERANTWOORDELIJKHEDEN KLANT Elke 100 bedrijfsuren (vaker bij uitzonderlijke stoffige, vieze omstandigheden) verwijdert u het huis van de blower en andere koelschoepen. Maak de koelribben en externe oppervlakken schoon als dit nodig is. Zorg ervoor dat de koelschoepen weer geïnstalleerd worden. LET OP: Het bedienen van de motor met een verstopt grasscherm, vieze of verstopte koelribben en/of verwijderde koelschoepen, zal...
SERVICE EN AFSTELLEN als de achterhefstangen vast (zorg ervoor om evenveel vast te draaien). WAARSCHUWING • Draai de voorgaande stappen om, wanneer u een kant van het maaidek wilt verlagen. VOORDAT U SERVICE OF • Controleer de maten na het afstellen nog INSTELLINGEN UITVOERT: een keer.
SERVICE EN AFSTELLEN AFSTELLEN VAN VOOR NAAR ACHTER (Zie fig. 15). BELANGRIJK: HET MAAIDEK MOET VAN ZIJ NAAR ZIJ GELIJK ZIJN. WANNEER DE VOLGENDE AFSTELLING VAN VOOR NAAR ACHTER NODIG IS, ZORG ER DAN VOOR DE VOOR EN ACHTER STANGEN EVENVEEL AAN TE PASSEN ZODAT HET MAAIDEK WATERPAS BLIJFT.
SERVICE EN AFSTELLEN DE IZT (Integraded Zeroturn INSTALLATIE MAAIDEKRIEM (Zie fig. 16 en 17) Transaxle) RIEM VERVANGEN LET OP: Om de maaidekriem makkelijk te (Zie fig. 17) installeren, moet u op het routeplaatje kijken op de voorrand van het maaidek. Parkeer de maaier op een vlakke ondergrond.
SERVICE EN AFSTELLEN • Haal de afstandhouder van de binnen- DE ZITTING AFSTELLEN (Zie fig. 1) kant van de castervelg. • Beweeg de besturingshendels naar • Repareer de band. de neutraalstand en draai ze buiten • In omgekeerde volgorde van de voor- de machine.
SERVICE EN AFSTELLEN • Sluit de ZWARTE aardekabel aan op de negatieve (-) accupool met de overblij- STARTKABELS BEVESTIGEN vende zeskantbout en zeskantmoer. • Sluit ieder eind van de RODE kabel aan op • Zet stevig vast. de POSITIEVE (+) pool van elke accu, zorg •...
SERVICE EN AFSTELLEN AFSTELLEN SPORING • Er moet 1/4" speling zijn tussen de ”U”- vormige remarm en de binnenkant van de kop van de rembout. Zie fig. 20. BELANGRIJK: Pas de aandrijfkabels NIET aan in een poging kwesties met de sporing op te lossen.
STALLING Bereid uw maaier onmiddellijk voor op stalling • Na het schoonmaken laat u de kabels aan het eind van het seizoen of wanneer de afgesloten en u plaats de kabels zo dat maaier gedurende 30 dagen of langer niet ze niet in contact kunnen komen met de gebruikt wordt.
STALLING CILINDER(S) • Verwijder bougie(s). • Giet 30 ml olie door de bougiegat(en) in de cylinder(s) • Installeer de bougies. • Zet de startsleutel enkele seconden in de “START”-stand om de olie te versprei- den. • Vervangen met nieuwe bougie(s). OVERIG •...
PUNTEN VOOR HET OPSPOREN VAN STORINGEN PROBLEEM OORZAAK MAATREGEL 1. Geen brandstof. 1. Vul de brandstoftank. Start niet 2. Motor niet goed ”gechoked”. 2. Zie ”DE MOTOR STARTEN” in het hoofdstuk bediening. 3. Motor verzopen. 3. Wacht enkele minuten voor u probeert te starten. 4.
Pagina 36
PUNTEN VOOR HET OPSPOREN VAN STORINGEN OORZAAK PROBLEEM MAATREGEL De motor blijft 1. Defect bestuurdersveiligheid aanwezigheids- 1. Controleer bedrading, schakelaars en verbindin- draaien wanneer controlesysteem gen. Indien niet opgelost, neem contact op met de bestuurder de een erkend servicecentrum/werkplaats. zitting verlaat met hulpstuk Slecht maai- 1.