T
ESTRUN
Activeer in het basismenu Bedieningsmodus de
vervolgkeuzelijst "Sensor". Selecteer de optie
"Testrun" en druk op
.
Het instrument vraagt de gebruiker van het
instrument om het testrunverzoek te bevestigen. Als
"Annuleren" wordt geselecteerd, keert de gebruiker
terug naar het gasbewakingsscherm. Als de
gebruiker "OK" selecteert, wordt met alle
geïnstalleerde sensors een testrun uitgevoerd,
beginnend met de eerste sensor.
Daarna wordt het scherm weergegeven waarin de gebruiker wordt gevraagd gas
op het instrument toe te passen. De gebruiker heeft een vast aantal seconden de
tijd om gas toe te passen en "Start" te selecteren voordat er een time-out van de
testrun plaatsvindt. Als de gebruiker "Overslaan" selecteert, wordt er geen
testrun met deze sensor uitgevoerd. Het instrument gaat naar de volgende
sensor.
Als de gebruiker "Start" selecteert, wordt de testrun met deze sensor uitgevoerd.
De sensor moet binnen 60 seconden een (door de gebruiker selecteerbaar in het
configuratiemenu) gasmeetwaarde van 50% of hoger geven (door de gebruiker
selecteerbaar in het configuratiemenu) om voor de test te slagen. Zodra de
sensor dit heeft gedaan, wordt het woord "Slagen" 3 seconden lang
weergegeven voordat het instrument naar de volgende sensor gaat.
Nadat er met alle sensors een testrun is uitgevoerd, wordt er een
resultatenscherm weergegeven. Om verder te kunnen gaan moet de gebruiker
dit scherm bevestigen door de knop "OK" te selecteren.
Als alle sensors zijn geslaagd voor de testrun, keert het instrument terug naar het
gasbewakingsscherm. Als er sensors niet zijn geslaagd voor de testrun, wordt de
gebruiker, nadat deze de resultaten heeft weergegeven en bevestigd, gevraagd
of deze wil doorgaan of de niet-geslaagde sensor(s) wil kalibreren. Als de
gebruiker de knop Annuleren selecteert, wordt de sensor niet gekalibreerd en
gaat het instrument naar de volgende sensor in de lijst. Selecteert de gebruiker
"OK", dan wordt de niet-geslaagde sensor gekalibreerd.
40