I
-
N
EN UITSCHAKELEN
Twee basisfuncties zijn het in- en uitschakelen van het instrument.
Inschakelen.
Om het MX6 instrument in te schakelen, houdt u
ingedrukt.
Na het inschakelen verschijnt er een reeks startschermen op het LCD-scherm.
Welke startschermen verschijnen, is afhankelijk van de configuratie van het
instrument.
Als het instrument geen pomp detecteert, wordt het gasbewakingsscherm
geactiveerd (zie volgende hoofdstuk).
Als het instrument een pomp detecteert, is een door de gebruiker ondersteunde
pomptest vereist, dit is een ingebouwde veiligheidsmaatregel om te garanderen
dat de pomp werkt.
Om de pomptest uit te voeren, moet de luchtbemonsteringsleiding* op de
nippel van de pompinlaat worden aangesloten. Gebruik een geschikte
waterafsluiter aan het andere einde van de bemonsteringsleiding.
*Opm.: De luchtbemonsteringsleiding kan bestaan uit alleen een slang, alleen een
sonde of een slang en een sonde (in dat geval wordt de slang gebruikt om het
apparaat aan te sluiten en de sonde om de sonde te verplaatsen terwijl het apparaat
op zijn plaats wordt gehouden).
De gebruiker van het instrument wordt door middel van de volgende schermen
door de pomptest geleid.
Geen actie vereist.
Na een geslaagde pompcontrole wordt het gasbewakingsscherm geactiveerd.
Als er geen pompdefect optreedt, is er een probleem in het bemonsteringspad.
Schakel het apparaat uit. Controleer en corrigeer beschadiging, vuil en onjuiste
installatie op de volgende plaatsen: inlaatdop, inlaatvat en stoffilter en
bemonsteringsleiding.
18
Plaats een vinger over de
opening aan het eind van
de bemonsteringsleiding
om de luchtstroom te
blokkeren.
ten minste 3 seconden
Verwijder de vinger van de
ingang en druk op
.
Geen actie vereist.