3 KOPIEERFUNCTIES
Specificeren van formaten van zowel het origineel als van het
kopieerpapier
1
Leg het papier in de lade.
2
Originelen plaatsen.
3
Druk een aantal malen op de toets [ORIGINEEL] totdat de LED van
het gewenste papierformaat van het origineel gaat branden.
bijv.) Selecteren van het B4 formaat van het origineel
4
Druk een aantal malen op de toets [COPY] totdat de LED van het
gewenste papierformaat gaat branden.
bijv.) Selecteren van het A4 formaat voor het kopieerpapier
Tips
U kunt op dezelfde wijze het gewenste papierformaat met de toets [LADE] selecte-
ren.
Wanneer het aangebrachte standaard papierformaat anders is dan A3, A4, A4-R,
A5-R of B4, leg dan dit formaat vooraf vast als "OTHER" formaat.
De meest geschikte reproductiefactor voor de formaten van het origineel en het
kopieerpapier wordt ingesteld.
5
Selecteer naar behoefte andere kopieerinstellingen en druk vervol-
gens op de toets [START].
66
In- en uitzoomen van kopieën
pagina 37 "Andere standaard formaten vastleggen"