4
Toets het codenummer in van het papier dat in de lade is aange-
bracht.
bijv.) Invoeren LT formaat (= codenummer "10")
Indien in deze fase de toets [FUNCTIE WIS] wordt ingedrukt, wordt het formaat niet
vastgelegd en keert de copier terug naar zijn normale toestand.
5
Druk op de [START] toets.
Het papierformaat is nu vastgelegd als "OTHER" formaat.
Stap 3 - Vastleggen van het formaat van het kopieerpapier
39