Opmerkingen
• Deze functie werkt niet als de MP3-audiotracks
en JPEG-beeldbestanden niet in hetzelfde album
zijn geplaatst.
• Als de speeltijden van de JPEG-afbeeldingen of
MP3-audiotracks niet gelijk zijn, speelt de langste
door zonder geluid of zonder beeld.
• Als u tegelijkertijd een groot MP3-bestand en een
grote JPEG-afbeelding weergeeft, kan het geluid
verspringen. U kunt het beste de MP3-bitsnelheid
instellen op 128 kbps of lager wanneer u het
bestand maakt. Als het geluid blijft verspringen,
moet u het formaat van de JPEG-afbeelding
verkleinen.
De snelheid instellen voor een
diavoorstelling (INTERVAL)
U kunt instellen hoe lang beelden worden
weergegeven.
1
Druk tweemaal op DISPLAY tijdens het
weergeven van een JPEG-afbeelding
of wanneer de speler in de stopstand
staat.
Het bedieningsmenu verschijnt.
2
Druk op X/x om
te selecteren. Druk op ENTER.
De opties voor "INTERVAL"
verschijnen.
3 (
12)
1(
4)
2 9 / 1 0 / 2 0 0 8
NORMAAL
NORMAAL
SNEL
LANGZAAM 1
LANGZAAM 2
3
Druk op X/x om een instelling te
kiezen.
De standaardinstelling is onderstreept.
• NORMAAL: Ingesteld op standaard
duur.
• SNEL: voor een duur die korter is dan
NORMAAL.
• LANGZAAM 1: voor een duur die
langer is dan NORMAAL.
• LANGZAAM 2: voor een duur die
langer is dan LANGZAAM 1.
4
Druk op ENTER.
Opmerking
Met name het weergeven van progressieve JPEG-
bestanden of JPEG-bestanden van 3.000.000 pixels
of meer duurt mogelijk langer. Hierdoor lijkt het
alsof de bestanden langer worden weergegeven dan
u hebt ingesteld met de betreffende optie.
Weergave van de dia's
selecteren (EFFECT)
U kunt selecteren op welke manier dia's
worden weergegeven tijdens een
diavoorstelling.
1
2
(INTERVAL)
3
DATA CD
JPEG
4
¦
Druk tweemaal op DISPLAY tijdens het
weergeven van een JPEG-afbeelding
of wanneer de speler in de stopstand
staat.
Druk op X/x om
selecteren. Druk op ENTER.
De opties voor "EFFECT" verschijnen.
3 (
12)
1(
4)
2 3 / 1 0 / 2 0 0 8
MODUS 1
MODUS 1
MODUS 2
MODUS 3
MODUS 4
MODUS 5
UIT
Druk op X/x om een instelling te
kiezen.
De standaardinstelling is onderstreept.
• MODUS 1: de beelden worden
willekeurig met alle effecten
weergegeven.
• MODUS 2: het volgende beeld wordt
over het vorige beeld geschoven.
• MODUS 3: het beeld wordt van boven
naar beneden verplaatst.
• MODUS 4: het beeld wordt van links
naar rechts verplaatst.
• MODUS 5: het beeld wordt vanuit het
midden van het scherm uitgerekt.
• UIT: hiermee wordt de functie
uitgeschakeld.
Druk op ENTER.
(EFFECT) te
DATA CD
JPEG
47