Afbeelding 19
12. Herhaal deze procedure voor alle maai-
eenheden die gewet moeten worden.
13. Wanneer het wetten klaar is, zet u de
wetschakelaar weer in de OFF/AF-positie, laat
u de stoel zakken en spoelt u alle wetmiddel
van de maai-eenheden. Stel het contact tussen
snijplaat en messenkooien af, zo vaak dit nodig
is.
Belangrijk: als de wetschakelaar na het
wetten niet worden teruggezet in de
OFF/AF-positie, zullen de maai-eenheden
niet goed kunnen worden opgehaald of
worden gebruikt.
Smering
Elke maai-eenheid is voorzien van (7) smeerpunten
(Afb. 20) die regelmatig gesmeerd moeten worden
met Nr. 2 smeervet voor algemene doeleinden op
lithiumbasis.
De smeerpunten zijn de voorste roller (2), de
achterste roller (2), het lager van de messenkooi (2)
en de afstelling van de snijplaat.
BELANGRIJK. Door de maai-eenheden
onmiddellijk na een wasbeurt te smeren wordt
het water uit de lagers verwijderd, hetgeen de
levensduur van de lagers verlengt.
1.
Veeg alle smeerpunten schoon met een schone
doek.
2.
Breng vet aan totdat u de druk op de hendel
voelt.
Onderhoud
N.B.: smeer vet in de lagerbehuizingen totdat
een kleine hoeveelheid zichtbaar wordt op de
afdichting van de messenkooi aan de
binnenkant.
3.
Verwijder overtollig vet.
Het afstellen van de lagers van
de messkooi
Om een lange levensduur van de lagers van de
messenkooien te verzekeren, dient u regelmatig te
controleren of er speling zit op het uiteinde van de
messenkooien. De lagers van de messenkooien
kunnen als volgt worden gecontroleerd en afgesteld:
1.
Verminder het contact tussen messenkooi en
snijplaat door de stelknop van de snijplaat
(Afb. 21) tegen de wijzers van de klok in te
draaien totdat er geen contact meer is.
1
1. Stelknop van de snijplaat
2.
Houd de as van de messenkooi vast en probeer
de messenkooi in zijn geheel heen en weer te
bewegen (Afb. 22).
19
Afbeelding 20
Afbeelding 21
(2)
(2)
(2)