agressievere standen (bijv.: 6 graden) nodig kunnen
zijn. Agressievere standen maaien meer gras af
doordat de ronddraaiende messenkooi meer gras
naar de snijplaat kan halen. Een hoek die te vlak is
(stand van minder dan 1 graad) kan ertoe leiden dat
de snijbalk of andere onderdelen van de maai-
eenheid aan het gazon gaan trekken, waardoor
plukken kunnen ontstaan. Daarom is de aanbevolen
minimale stand 1 graad.
Voor het afstellen van een consistente stand van de
maai-eenheid adviseert Toro nadrukkelijk een
meetlat met twee schroeven te gebruiken, Toro
onderdeelnr 98-1852 (Afb. 7). De eerste schroef is
voor het afstellen van de maaihoogte en de tweede
schroef is voor het instellen van de stand van de
maai-eenheid. Het afstellen van de tweede schroef
is een makkelijke methode om de stand van de
maai-eenheid voor alle maai-eenheden van een
machine in te stellen.
4
2
Afbeelding 7
1. Eerste schroef
2. Tweede schroef
3. Afstelling maaihoogte
4. Stand
Het afstellen van de positie van
nieuwe maai-eenheden:
Tabel 1 bevat een overzicht van de maten voor het
afstellen van een nieuwe maai-eenheid met posities
van 2, 4, 6 en 8 graden.
N.B.: de afstelling van de tweede schroef zal
veranderen tijdens de levensduur van de snijplaat en
de messenkooi als gevolg van slijtage, ook al wordt
de maaihoogte niet gewijzigd. Daarom moet u na de
eerste installatie de procedure voor Controle en
Afstelling van de Positie van een Gebruikte Maai-
eenheid volgen.
1.
Met behulp van een meetlat met twee
schroeven, Toro onderdeelnr. 98-1852, stelt u
de eerste schroef in voor de gewenste
maaihoogte. Zo krijgt u de juiste maat tussen
de meetlat en de onderkant van de schroefkop.
(Afb. 7).
Het afstellen van de maaihoogte
2.
3.
4.
5.
3
1
6.
10
Met behulp van Tabel 1 stelt u positie "A" in
voor de tweede schroef op de meetlat. Zo krijgt
u de juiste maat tussen de meetlat en het
uiteinde van de schroef (Afb. 7).
Draai de maai-eenheid naar achteren om
toegang te krijgen tot de messenkooi en de
snijplaat.
Stel de hoogte van de voorste stang voor de
maaihoogte in op, "B", met behulp van de maat
die in Tabel 1 is gegeven. Deze maat ligt tussen
het bovenste vlak van de stang voor de
maaihoogte en de bovenste kegelmoer (Afb.8).
Stel het achterste gegoten steunstuk in op de
bovenste of onderste positie zoals is
aangegeven op Tabel 1. Stel de achterste stang
voor de maaihoogte in op een hoogte die 3 mm
minder is dan de maat die is gegeven in Tabel
1, zodat er een ruimte tussen de achterste roller
en de meetlat ontstaat (Afb. 8).
1
2
3
Afbeelding 8
1. Eerste schroef
2. Tweede schroef
3, Stang voor maaihoogte
4. Kegelmoer
Plaats de meetlat over de voorste en achterste
rollers. De kop van de eerste schroef moet
precies passen over de scherpe kant van de
4
3
"B"
4
"C"