>
[
PPD-meting, zie Turbulentiegraadmeting, pagina 40.
>
[
meting, zie PMV / PPD-meting, pagina 48.
zie WBGT-meting, pagina 47
6.6.
Metingen & meetprogramma´s
Algemene meetinstructies
•
Afhankelijk van de meetgrootheid die moet worden gemeten,
moeten bepaalde voelers aan het instrument zijn aangesloten.
•
Sommige (thermische) voelers hebben een opwarmfase nodig,
voordat ze klaar zijn om te meten.
•
Vóór elke meting moet de afstemfase worden afgewacht. De
afstemfase zorgt ervoor dat de meetwaarden zich
gestabiliseerd hebben.
•
Voor sommige meetgrootheden moeten aanvullende
berekeningsparameters worden ingesteld om correcte
meetresultaten te verkrijgen, zie Instellingen uitvoeren, pagina
21
•
Om een betrouwbare gegevensverwerking mogelijk te maken is
de grootte van het aantal meetwaarden dat per meetprotocol
opgeslagen kan worden begrensd tot 1 miljoen losse waarden.
6.6.1.
Meetwaarden bijhouden („bevriezen")
Weergegeven meetwaarden op de tab Favorieten of voelertabs
kunnen bevroren en afgedrukt worden. De meetwaarden kunnen
niet in een meetprotocol worden opgeslagen.
>
[
-
Meetwaarde wordt bijgehouden. In het display verschijnt
> Bevriezen opheffen:
Bevroren meetwaarden kunnen worden afgedrukt zie Meetwaarden
afdrukken, pagina 55
De meetwaarden kunnen in een meetprotocol worden opgeslagen.
6.6.2.
Snel opslaan
Bij snel opslaan worden de huidige meetwaarden opgeslagen en
gearchiveerd in de map, die voor de meting geselecteerd werd.
Als geen meetpunt geselecteerd werd, worden de meetprotocollen
opgeslagen onder "Default Point".
>
[
]
→
Nieuwe
PMV-PPD-meting: Uitvoering van de PMV-
]
→
Nieuwe
WBGT-meting: Uitvoering van de WBGT-
]
→Bevriezen.
]
→
Snel
opslaan.
[
]
→Bevriezen.
6 Product gebruiken
.
33