Functie
Houdt de condensordruk zo stabiel en laag mogelijk om de prestaties van de unit te verhogen en overmatig
schakelen te voorkomen.
Beschrijving
Gelijk aan de besturingslogica van de gehele machine is het doel van de CLIMATIC
vasthouden van het setpoint voor hogedruk. De ventilatorbesturing is echter voorzien van een dode band
waardoor meer stabiliteit wordt verkregen voor hogedruk en waardoor de ventilatoren niet te vaak worden
gestart en gestopt.
Kan worden ingesteld via de menu's
3611 = Setpoint hogedrukbesturing in bar (relatieve druk)
3612 = Reactiviteit
Werking
Op een unit met N ventilatoren per circuit, komt het aantal trappen overeen met onderstaande tabel:
Model
WA/RA
STD/HE/SLN
WA LN
Waarbij:
PV: lage ventilatorsnelheid
GV: hoge ventilatorsnelheid
PWM: pulsbreedtemodulatie (alleen op PV)
GEVAL 1 Unit zonder PV of PWM
De ventilatiefactor "V.F." wordt berekend via het verloop van de hogedruk (gemeten via de HD-sensor)
en de snelheid waarmee die van of naar het setpoint voor hogedruk beweegt (3611). Zie het schema
op pagina 12.
Er is ook voorzien in een dode band van 5 bar (4 bar als de unit werkt met glycol en een watersetpoint <0°C)
en een sampletijdconstante van 15 seconden.
Voor de capaciteitsregeling wordt de reactiviteit gebruikt om het VF-verloop te versnellen of vertragen
Voorbeeld: Unit met 3 ventilatoren, één circuit en HD setpoint 3611 ingesteld op 15 bar
Druk > 15 bar
10 bar < druk < 15 bar
Druk < 10 bar
Ventilatiefactor
100%
75%
50%
25%
Niets
CLIMATIC 50 gebruikershandleiding – serie koelmachines
REGELING CONDENSORVENTILATOREN
PV met PWM
1
1
V.F. neemt toe
V.F. ongewijzigd
V.F. neemt af
V2 GV
V1 GV
Aantal trappen
PV
0
N-1
Circuit
afschakelen
V3 GV
CL50-CHILLERS/IOM/0906-D
TM
50 het bereiken en
GV
N-1
0
23
{S:1