2
|
Algemene veiligheidsmaatregelen
2.2.2 Plaats van installatie
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8
WAARSCHUWING
Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat kleine dieren kunnen gaan
nestelen in de unit. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen
kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Draag gepaste persoonlijke beschermende uitrusting (beschermende handschoenen,
veiligheidsbril, enz.) wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.
VOORZICHTIG
Raak de luchtinlaat of de aluminium ribben van de unit NIET aan.
VOORZICHTIG
▪
Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen bovenop de unit.
▪
Klim, zit of sta NIET op de unit.
OPMERKING
Werkzaamheden aan de buitenunit worden best gepland bij droog weer om
waterinsijpeling te voorkomen.
Conform de geldende wetgeving kan een logboek bij het product vereist worden;
in dit logboek dienen dan minstens de volgende zaken bijgehouden: informatie
over het onderhoud, de reparatiewerkzaamheden, de resultaten van testen, de
stilstandperioden, enz.
Bovendien DIENEN minstens volgende informaties op een toegankelijke plaats bij
het product voorzien te worden:
▪
Instructies om het systeem uit te schakelen in gevallen van nood
▪
De naam en het adres van de brandweer, de politie en een ziekenhuis
▪
De naam, het adres en de telefoonnummers overdag en 's nachts om onderhoud
te bekomen
In Europa bevat EN378 de nodige richtlijnen voor dit logboek.
▪
Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en luchtcirculatie.
▪
Controleer of de plaats waarop de installatie moet komen bestand is tegen het
gewicht en de trillingen van de unit.
▪
Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN enkele
ventilatieopening.
▪
Controleer of de unit horizontaal staat.
Installeer de unit NIET op de volgende plaatsen:
▪
In mogelijke explosieve omgevingen.
▪
In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische golven uitzenden.
Elektromagnetische golven kunnen het besturingssysteem ontregelen en zo
storingen aan de uitrusting veroorzaken.
▪
In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambare gassen (zoals
verdunners of benzine), koolstofvezels, ontvlambaar stof.
RXP20~35N5V1B+ARXP20~35N5V1B
R32 Split-reeks
4P519439-22V – 2022.10