7
|
Installatie van de leidingen
7 Installatie van de leidingen
In dit hoofdstuk
7.1 Koelmiddelleiding voorbereiden
7.1.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen
7.1.2 Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil
Uitgebreide handleiding voor de installateur
34
7.1
Koelmiddelleiding voorbereiden ............................................................................................................................................
7.1.1
Vereisten voor de koelmiddelleidingen.................................................................................................................
7.1.2
Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil.........................................................................................................
7.1.3
Isolatie van de koelmiddelleidingen ......................................................................................................................
7.2
Koelmiddelleiding aansluiten .................................................................................................................................................
7.2.1
Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen..................................................................................................
7.2.2
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen.....................................................................
7.2.3
Richtlijnen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen.........................................................................................
7.2.4
Richtlijnen voor het buigen van leidingen .............................................................................................................
7.2.5
Leidinguiteinde optrompen ...................................................................................................................................
7.2.6
Gebruik van de afsluiter en servicepoort ..............................................................................................................
7.2.7
Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten..........................................................................................................
7.3
Koelmiddelleiding controleren ...............................................................................................................................................
7.3.1
Over het controleren van de koelmiddelleidingen................................................................................................
7.3.2
Voorzorgsmaatregelen bij het controleren van koelmiddelleidingen ..................................................................
7.3.3
Op lekkages controleren ........................................................................................................................................
7.3.4
Vacuümdrogen .......................................................................................................................................................
7.4
Koelmiddel vullen ...................................................................................................................................................................
7.4.1
Over het toevoegen van koelmiddel .....................................................................................................................
7.4.2
Over het koelmiddel...............................................................................................................................................
7.4.3
Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van koelmiddel.......................................................................................
7.4.4
Bepalen hoeveel koelmiddel moet worden bijgevuld...........................................................................................
7.4.5
De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen ......................................................................................
7.4.6
Extra koelmiddel bijvullen......................................................................................................................................
7.4.7
Het label voor gefluoreerde broeikasgassen aanbrengen ....................................................................................
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten vermeld in de
veiligheidsmaatregelen" [
▪
Leidingmateriaal: met fosforzuur gedeoxideerd naadloos koper
▪
Diameter leidingen:
Vloeistofleiding
Gasleiding
▪
Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter (Ø)
6,4 mm (1/4")
9,5 mm (3/8")
(a)
Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale bedrijfsdruk van de unit (zie
"PS High" op het naamplaatje van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
Wat?
Maximaal toegestane leidinglengte
4
6].
Ø6,4 mm (1/4")
Ø9,5 mm (3/8")
Hardingsgraad
Gegloeid (O)
≥0,8 mm
Gegloeid (O)
"2 Algemene
(a)
Dikte (t)
Ø
Afstand
20 m
RXP20~35N5V1B+ARXP20~35N5V1B
R32 Split-reeks
4P519439-22V – 2022.10
34
34
34
35
35
35
35
37
37
37
38
40
40
40
41
41
41
43
43
44
45
45
45
45
45
t