8 Elektrische installatie
In dit hoofdstuk
8.1 De elektrische bedrading voorbereiden
8.1.1 Over het voorbereiden van de elektrische bedrading
RXP20~35N5V1B+ARXP20~35N5V1B
R32 Split-reeks
4P519439-22V - 2022.10
8.1
8.1.1
8.2
8.2.1
8.2.2
8.2.3
8.2.4
8.2.5
INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten vermeld in de
veiligheidsmaatregelen" [
INFORMATIE
Lees ook
"8.2.4 Specificaties van standaard
WAARSCHUWING
▪
Bij een ontbrekende of verkeerde N-fase in de voeding, kan het systeem defect
geraken.
▪
Sluit de aarding correct aan. Aard de unit NIET via een nutsleiding, een
piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding
kan elektrische schokken veroorzaken.
▪
Plaats de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers.
▪
Bevestig de elektrische bedrading met kabelbinders, zodat de kabels NIET in
contact komen met scherpe randen of leidingen, vooral aan de hogedrukzijde.
▪
Gebruik GEEN getapete draden, verlengsnoeren of aansluitingen van een
stersysteem. Deze kunnen zorgen voor oververhitting of elektrische schokken of
brand veroorzaken.
▪
Installeer GEEN fasecompensatiecondensator, omdat deze unit een inverter
bevat. Een fasecompensatiecondensator vermindert de prestaties en kan
ongevallen veroorzaken.
WAARSCHUWING
▪
Alle bedrading MOET worden uitgevoerd door een erkend elektricien en MOET
voldoen aan de geldende nationale bedradingsvoorschriften.
▪
Sluit de elektrische verbindingen aan op de vaste bedrading.
▪
Alle ter plaatse geleverde componenten en alle elektrische constructies MOETEN
voldoen aan de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Gebruik voor de stroomkabels ALTIJD meeraderige kabel.
8
4
6].
bedradingscomponenten" [
Elektrische installatie
|
"2 Algemene
4
50].
Uitgebreide handleiding voor de installateur
47
47
48
48
48
49
50
51
47