Let op: Gebruik alleen de batterijoplader die door Thermorossi werd geleverd. Bij gebruik van een ande-
re batterijoplader vervalt de productgarantie. Platte batterijen moeten verwijderd en veilig afgedankt
worden. Gebruik oplaadbare AAA-batterijen 1,2 V en minstens 750 mAh. Gebruik alleen oplaadbare
batterijen en meng ook geen verschillende merken en types door elkaar.
8.4
De batterij van de infrarode afstandsbediening vervangen
Wanneer de infrarode afstandsbediening geen transmissiesignaal verstuurt (led brandt niet bij het bedienen), moet de
batterij worden vervangen. Gebruik een Phillips-schroevendraaier van de juiste grootte om de twee helften van het
huis te scheiden en vervang de batterij. De lege batterij
moet veilig afgedankt worden.
8.5
De bufferbatterij van het bedie-
ningspaneel vervangen
Binnen in het bedieningspaneel zit een bufferbatterij
van het type CR 16 32. Wanneer de tijd en de pro-
gramma's niet in het geheugen opgeslagen blijven (dit
wordt niet als een defect beschouwd, maar is het re-
sultaat van normale slijtage/verbruik), vervang dan de
batterij door de 2 schroeven aan de achterkant van het
bedieningspaneel los te draaien. De lege batterij moet veilig afgedankt worden.
9. ROOKGASAFVOERBUIS
Vanwege de frequente ongelukken die veroorzaakt worden door slecht werkende rookgasafvoerkanalen in privéwonin-
gen, hebben wij de volgende paragraaf geschreven met het doel de installateur te helpen bij zijn taak om alle onderde-
len te controleren die bedoeld zijn om de verbrandingsrook af te voeren. De rookgasafvoer moet worden geïnstalleerd
conform UNI7129/92, UNI 10683 en EN14785 en moet aan de volgende referentiewaarden voldoen: moet bestand zijn
tegen brand (bij brand onmiddellijk de brandweer bellen). De onderstaande richtlijnen dienen nauwkeurig te worden
gevolgd, anders kan zich ernstige schade voordoen aan het product zelf, de rest van de installatie en voorwerpen in de
buurt, en letsels aan mensen die de kachel gebruiken.
9.1
Ventilatie van de kamers
• De kamer waarin de kachel geïnstalleerd is, moet een goede luchtcirculatie hebben om de toevoer te garanderen van
secundaire lucht naar het apparaat voor het verbrandingsproces en de ventilatie van de kamer. De toevoer van verse
lucht vindt direct plaats door permanente openingen in de buitenmuren van de kamer of via enkelvoudige of meervou-
dige ventilatiekanalen. De ventilatielucht moet van buiten komen en, indien mogelijk, verwijderd van vervuilingsbron-
nen. Indirecte ventilatie is ook toegestaan door lucht toe te laten vanuit naastgelegen kamers, waarbij de onderstaande
waarschuwingen en beperkingen in acht moeten worden genomen.
• De openingen in de muur moeten aan de volgende eisen voldoen:
- Ze moeten een vrije opening hebben van minimaal 6 cm² per kW geïnstalleerd verwarmingsvermogen met een mi-
nimum van 100 cm²;
- Ze moeten zo zijn gemaakt dat de ventilatieopeningen zowel aan de binnenzijde als aan de buitenzijde van de
muur niet geblokkeerd kunnen worden.
- Ze moeten beschermd zijn met roosters of vergelijkbare systemen om de hierboven opgegeven afmeting niet te
verkleinen;
- Ze moeten zich vlak boven de vloer bevinden.
• De luchttoevoer kan ook verkregen worden vanuit een naastgelegen kamer op voorwaarde dat:
- De naastgelegen kamer over directe ventilatie beschikt conform de hierboven beschreven punten;
p. 46