AUTO 3-programma (het "Thermocomfort On"-symbool blijft vast weergegeven op het display van de kachel).
In het programma AUTO 3 is de kamerthermostaat geactiveerd. De afstandsbediening regelt de ventilatie en de ver-
branding automatisch, afhankelijk van de ingestelde kamertemperatuur die is weergegeven in displayzone (8R). De
gewenste kamertemperatuur wordt weergegeven in zone (8R). U kunt de gewenste kamertemperatuur wijzigen door
op knop (3R) en/of (4R) te drukken (de wijziging wordt weergegeven in zone (8R)). De afstandsbediening zal het ver-
brandingsvermogen op niveau 3 instellen en de ventilatie op niveau 4 en beide moduleren als de kamertemperatuur
(5R) de gewenste temperatuur (8R) nadert. Wanneer de gewenste temperatuur (8R) in de kamer (5R) bereikt is, zullen
het verbrandingsniveau en het ventilatieniveau tot de laagste waarde dalen (1 streep).
LET OP: Het is mogelijk dat de commando's die naar de kachel verstuurd worden wegens radiostoringen niet uitgevoerd
worden. U kunt de infrarode afstandsbediening niet gebruiken met dit programma.
LET OP: het vermogen en de ventilatie hangen af van de vooraf ingestelde waarde; als de gewenste temperatuur te
hoog is of niet bereikbaar, kan de kachel gedurende lange tijd op maximumvermogen werken.
ECONOMY-programma (het "Thermocomfort On"-symbool wordt vast weergegeven op het display van de kachel.)
In het ECONOMY-programma (spaarmodus) werkt de kachel altijd op minimaal verbrandingsniveau en de minimale
ventilatie. Bij gebruik van dit programma kan de infrarode afstandsbediening niet gebruikt worden.
LET OP: DE KACHEL MOET ALTIJD OPGESTART WORDEN EN UITGESCHAKELD VANAF HET BEDIENINGSPANEEL OP DE
KACHEL OF DOOR PROGRAMMERING
6.4.2
Invoeren van de transmissiecodes
De kachel moet met de netstroom zijn verbonden en de schakelaar aan de achterkant moet in stand "1"staan. De woor-
den START of WORK of OFF kunnen op het display (7) getoond worden.
Als er meerdere kachels geïnstalleerd zijn in naburige kamers, moeten verschillende transmissiecodes ingesteld worden
aangezien de onderlinge interferentie de facultatieve radiografische Thermocomfort-afstandsbediening uitschakelt.
Ga als volgt te werk om de transmissiecodes te veranderen:
- Schakel de Thermocomfort-functie uit. Om dit te doen in de START-, WORK- of OFF-fasen, moet u herhaaldelijk op
knop (6) drukken op het bedieningspaneel op de kachel tot het woord "THERMOCOMFORT" op het display (7) ver-
schijnt, gevolgd door de woorden "Thermocomfort ON". Om de Thermocomfort-functie te deactiveren, drukt u ge-
woon op knop (3): "Thermocomfort OFF". Om naar de originele bedrijfsmodus terug te keren, drukt u nog eens op de
knop (6).
- Schakel de radiografische Thermocomfort-afstandsbediening UIT door op knop (11 R) op het apparaat te drukken.
- Om de transmissiecodes te veranderen, opent u het deksel (13R) en gaat u te werk zoals in de onderstaande figuur is
opgegeven.
- Vervolgens schakelt u de radiografische afstandsbediening in door op de knop (11 R) te drukken.
- Activeer de Thermocomfort-functie. Om deze vrij te geven, drukt u in de START-, WORK- of OFF- fase herhaaldelijk op
knop (6) op het bedieningspaneel op de kachel tot het woord "THERMOCOMFORT" op het display (7) verschijnt, ge-
volgd door de woorden "Thermocomfort Off". Om de Thermocomfort-functie te activeren, drukt u een keer op de
knop (3): "Thermocomfort On". Om naar de originele bedrijfsmodus terug te keren, drukt u nog eens op de knop (6).
Het is mogelijk dat de radiografische afstandsbediening nog altijd werkt na de transmissiecodes gewijzigd te hebben.
Als dit het geval is, verander dan de codes nog eens volgens de hierboven beschreven procedure.
p. 34